31. Partij met de meeste opgedrongen randschijven (tegelijkertijd).

Een opgedrongen randschijf (er zijn vier mogelijkheden op het bord: voor wit op 6 en op 15, voor zwart op 36 en op 45) vergroot de kansen op een beslissing. Eigenlijk zien we ze te weinig. Het mooiste is natuurlijk het maximale aantal, vier dus, opgedrongen randschijven op het bord te krijgen. Er zijn er twee partijen van bekend.

Wit: M. Dolfing - Zwart: J. Wit (Nijmegen 1993) 

Wit: B. Bies - Zwart: G. Boom (NK 1998) 

32. Meest gespeelde openingszet (eigenlijk: ply)

32-28.
Van de 255904 partijen uit Turbo Dambase 2002 werden er 139852 (dat is veel meer dan de helft) met deze, objectief gezien meest flexibele, zet geopend.

33. Minst gespeelde openingszet (ply)

32-27.
Van de 255904 partijen werden er 833 op deze wijze geopend. Minder dan 1 op de 300 partijen dus. Toch is deze wat vreemd ogende opening redelijk speelbaar.

34. Meest gespeelde openingszet voor zwart na 1. 32-28

19-23.
1. 32-28, 19-23; is de meest gespeelde volledige (wit & zwart) openingszet: 37618 keer gespeeld. Goede tweede is de opening 1. 32-28, 18-23: 33559 keer 

35. Minst gespeelde volledige openingszet (dus zowel een witte als een zwarte ply)

Nooit gespeeld is 1. 31-27, 16-21; dan wel 1. 32-27, 16-21; en dat is niet zo verwonderlijk: zwart verliest er gelijk een stuk mee.
Van de 'normale' openingszetten is 1. 32-27, 19-24;  slechts 11 keer vertoond, onder meer in een partij tussen I. Koeperman en V. Kaplan (Moskou, 1956). Ondanks het feit dat deze volledige eerste zet slechts één keer per 23264 partijen op het bord is verschenen, is hij redelijk speelbaar (voor beide kleuren).

36. Meest volhardende dammer met betrekking tot een bepaalde opening

Wijlen Piet van Heerde is kanshebber. De Amsterdammer had de reputatie al zijn partijen met 32-28 te openen en volgens Turbo Dambase blijkt dat ook zo te zijn: iets minder dan 99%. Alleen in zijn begintijd begon hij zijn partij nog wel eens -in een fantasievolle bui- met 31-27. 

37. De meest verraderlijke openingscombinatie

Het Zetje van Lochtenberg. Dat kan haast niet anders. 
Na de opening 1. 31-27, 19-23; 2. 33-28, 17-21; 3. 28x19, 14x23; 4. 39-33, 10-14; 5. 33-28, 5-10; 6. 28x19, 14x23; 7. 44-39 is de zet 10-14 foutief, in tegenstelling tot de voortzettingen 9-14, 11-17, 12-17, 13-19, 21-26, 20-24 en 20-25 die in beginsel wel correct zijn.

Toch is 10-14 in de damhistorie de op één na meest gespeelde voortzetting, na (21-26). In totaal kwam de diagramstand 79 keer op het bord, slechts tweemaal miste de witspeler de combinatie (wat ook opvallend is).

38. Sterkste dammer die tóch nog in het Zetje van Lochtenberg is gevlogen

Nina Hoekman-Jankovskaja (vice-wereldkampioen bij de dames) in een partij tegen Dieter van Gortel. Het duel werd overigens nog wel remise.

39. Het hoogste niveau waarop het Haarlemmerzetje (op de tweede zet) nog is voorgekomen

Challenge Mondial (=kandidatentoernooi voor het wereldkampioenschap) 1962. L. Reimann - A. Agliardi. Partijverloop: 1. 33-28, 18-22; 2. 39-33. Het werd overigens nog remise.
Overigens is er een aantal gehele of gedeeltelijke fakepartijen bekend waarin de Haarlemmer na 1. 32-28, 18-23; 2. 37-32, . . . bewust niet werd genomen. Er kunnen dan standen ontstaan die eigenlijk niet kunnen ontstaan.

40. Sterkste dammer die in de Haarlemmer na 1. 32-28, 18-23; 2. 33-29, 23x32; 3. 37x28, 16-21; 4. 39-33, . . . is gevlogen

Frans Hermelink in 1991 tegen Alex den Doop.