Roel Boomstra in voetsporen van Lenny Kuhr

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

Madrid, 1969. Zangeres Lenny Kuhr deed mee aan het Eurovisie Songfestival met het aardige, door haar zelf geschreven nummer ‘De troubadour’. En ze won, nou ja ze won... Wikipedia: ”Een merkwaardige situatie deed zich voor: Spanje, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland stonden aan het einde van de puntentelling samen op de eerste plaats met 18 punten. Paniek in de tent, want hierin voorzag het reglement niet (Er waren bijv. ook te weinig medailles, EvD.). De presentatrice wendde zich vertwijfeld tot de EBU-scrutineer Clifford Brown met de vraag wat er nu moest gebeuren, waarop deze antwoordde dat alle vier winnaars zouden zijn.”

 

Een vergelijkbare situatie deed zich voor bij het WK aspiranten in het Russische Ufa. Onze landgenoot Roel Boomstra eindigde in punten gelijk met de Russen Nikolay Nikanorov en Aynur Shaybakov. In een dergelijke situatie geldt het aantal weerstandspunten. Die waren, o zeldzaamheid, ook gelijk. Vervolgens treedt het zogeheten Solkoffsysteem in werking. Het puntenaantal van de ‘bovenste’ en de ‘onderste’ tegenstander werd geschrapt. Opnieuw gelijk. Weer de bovenste en de onderste eraf. Steeds weer gelijk. Wat statistisch gezien vrijwel voor onmogelijk was gehouden, was gebeurd. Volgens geen enkel coëfficient kon er een winnaar worden aangewezen. Wat nu? Net als in 1969 bij het songfestival brak er wat paniek uit. “Een barrage”, werd door iemand geroepen en aldus geschiedde. Boomstra, gemangeld tussen twee Russen, redde het niet en werd tweede achter Nikanorov.

Nadat de herkamp gespeeld was, bleek echter dat diezelfde herkamp reglementair helemaal niet mogelijk was en dus niet gespeeld had mogen worden. En toen? Toen werd maar besloten om alle drie de jongeheren tot wereldkampioen uit te roepen.

 

Leuk voor de spelers, althans voor twee van de drie, maar het is te hopen dat de werelddambond niet meer blijft vertrouwen in statistische bijna-onmogelijkheden, maar de reglementen dusdanig gaat dichttimmeren dat dit soort zaken niet meer kunnen voorkomen.

 

De interessantste partij van het toernooi was ongetwijfeld die tussen Aynur Shaibakov en Roel Boomstra. De Nederlander verloor dit duel, maar scoorde tegen de overige deelnemers dus twee punten meer dan zijn grote concurrent.

 

Wit: A. Shaibakov – Zwart: R. Boomstra

Zie diagram.

 

 

 

Wit had zojuist 42-38! gespeeld en Boomstra zag dat hij slecht stond. Na ampele overweging nam hij de 3-om-3 die verloren lijkt: (19-23) 28x17 (11x42) 35-30 (24x35) 36-31 (26x28) 33x13 (42x24) 49-43 (9-13) 34-30 (25x34) 39x10. Wit won na enkele zwakke voortzettingen zowel van hemzelf als van onze jonge landgenoot.

Zwart had ook positioneel kunnen doorspelen. Het volgende verloop is zeer aannemelijk. Men zie:

1... 3-8(!);
(4-10) gaat wel verliezen: 28-23 (19x28) 32x23 met op (3-8) 23-19, 37-31, 38-32, 33x22, 39x19, 22x2 en op (11-17) het droge 23-19, 35-30, 27-22 en 29x7.
2. 28-23, 19x28; 3. 32x23, 11-17; Want op (4-10) weer 23-19 etc.
4. 49-43!,...
Dreigt 34-30, op (17-21) volgt 27-22 en 34-30 en op (17-22) overspeelt wit zijn tegenstander: 47-42 (22x31) 36x27 (4-10) 38-32 (6-11) 43-38 (11-17) [(13-19) 27-21+] 27-21 (16x27) 32x21 en wit gaat winnen.
4..., 4-10; 5. 47-42, 17-21; (6-11) komt op zetverwisseling neer. 6. 38-32, 6-11;
Maar nu doemt er voor de witspeler een nachtmerriescenario op: dichtschuiven en dan opeens (13-19!) de thematische hoofd-in-de-bek-van-de-krokodil-zet die wit kansloos laat. Staat wit daarom opeens slecht? Nee, want er zit een duivelse actie in de stand.
7. 36-31!!,... Een volstrekt athematische zet. 7,... 11-17;

Heeft wit nu niet opeens grote problemen? Nee, want er zit een onwaarschijnlijke combinatie in de stand: 8. 34-30, 25x34; 9. 39x19, 13x24; 10. 32-28!!, 21x41; 11. 28-22!!!, 26x19; 12. 22x2, 24x33; 13. 2x4,...
En wit heeft in dit eindspel goede winstkansen, al kan de daadwerkelijke winst niet gemakkelijk worden aangetoond.

Omdat de stand na 2x4 misschien niet helemaal gewonnen is, kan men vraagtekens hebben bij 28-23 als tweede zet. Een rustige wachtzet als 49-43 en 47-42 garandeert wit zeer gunstig en mogelijk zelfs winnend spel.

 

De oplossing van het vorige probleem (J. Bus, wit: 23, 25, 28, 29, 31, 33, 38, 41, 48, 49 / zwart: 8, 9, 14, 16, 17, 20, 21, 24, 40) luidt: 44, 22, 11, 42, 42, 19, 1 (28) 6 (32) 39 (26) 48 (31) 43 (327) 48 (41) 37.

Ook de nieuwe opgave is van de hand van Jaap Bus. Zie diagram. Wit begint en wint. 

 

 

 

 Terug naar damrubrieken