Piramide van Drenth is geen raadsel meer

Eric van Dusseldorp

Een van de markantste Nederlandse dammers is ongetwijfeld de inmiddels 89-jarige Otto Drenth. Liefst zestien maal werd hij individueel kampioen van Drenthe en hij is de enige Drents Grootmeester uit de damgeschiedenis. Die titel bestaat natuurlijk niet écht, maar dat zal zijn vele fans -en hemzelf- worst wezen.

Drenth is nooit een heel agressieve of gevaarlijke speler geweest, maar veel van de sterkste Nederlandse dammers beten hun tanden toch stuk op zijn immer taaie verdediging. Drenth had een uitstekende remisestrategie in het zo lang mogelijk op het bord houden van de, inderdaad, al ras naar hem genoemde, Piramide van Drenth. Voor de meeste gevorderde dammers is deze Piramide van Drenth een begrip: het gaat om de constellatie schijven op de velden (voor wit) 38, 42, 43, 47, 48, 49.

Uit de praktijk is gebleken, dat het voor de tegenpartij heel lastig is om erlangs te komen. Natuurlijk moest Otto Drenth, wegens gebrek aan overige schijven, de piramide in de loop van zijn partij wel openbreken, maar dan waren er steevast nog maar dermate weinig schijven op het bord dat de remise te berekenen viel.

Rond de piramide van Drenth ontstond op een gegeven ogenblik een raadseltje. Zet de witte  piramide en daarboven, op een willekeurige plek maar wel op de eigen speelhelft, zes zwarte schijven op het bord. De vraag was: Is er één opstelling waarin zwart, gebruik makend van zijn enorme tempoversprong, kan winnen, of is Drenths piramide zo sterk dat het altijd – zeer nipt weliswaar - remise wordt?

Ontelbaar veel minipartijtjes zijn er op die manier gespeeld, vanuit verschillende zwarte posities, en soms won zwart inderdaad, maar andere keren wist wit remise te maken.

Over de kansrijkste zwarte opstelling was men het al snel eens. Zie diagram 1. Logisch, zwart moet, op de eigen bordhelft, zo ver mogelijk naar voren en de zesde schijf kan het beste centraal staan om, afhankelijk van het witte spel, nog alle kanten op te kunnen. Maar maakt wit nu remise? De mens wist het niet, de computer weet het inmiddels wel.

Kingsrow, met de achtstukkendatabase, is vermoedelijk ’s wereld sterkste damprogramma. Waar bijvoorbeeld Flits of Dam 2.2 in diagram 1 blijft dolen, komt het Amerikaanse Kingsrow, dat miljoenen posities per seconde analyseert en bovendien gebruik kan maken van diens kolossale eindspelbestand, al na een half uur met een code waaruit blijkt dat de remise ontdekt is. Enige uren later verschijnt de volgende variant in de display: wit en zwart doen beide steeds de beste zetten en op een gegeven ogenblik claimt Kingsrow brutaalweg de remise.

 

Wit aan zet: 43-39 (25-30) 49-44 (23-29) 42-37 (30-35) 37-31 (18-23) 31-26 (21-27) 48-42 (23-28) 38-33 (29x38) 42x33 (24-30) 33-29 (28-32) 39-33 (32-37) 29-23 (30-34) 23-19 (34-39) 19-14 (39x50) 14-9 (50x28) 9-4 (35-40) 26-21 en remise.

Met zwart aan zet is het een ander verhaal. Na drie volle etmalen geploeterd en miljarden posities geanalyseerd te hebben, moet Kingsrow toegeven dat er geen remise voor wit in lijkt te zitten.

Net als in de positie met wit aan zet heeft wit twee grote problemen te pareren: totale overrompeling via het centrum danwel zwarte doorbraak op de rechterbordhelft. Met zwart aan zet lukt het niet om de remisehaven te bereiken. Kingsrow komt met een variant waarbij wit en zwart steeds analytisch de beste zetten doen. Eigenlijk verdienen alle zetten dus een uitroepteken, maar dat laten we hier maar achterwege.

 

(23-29) 43-39 (21-26 - mogelijk de enig winnende zet!) 48-43 (25-30) 42-37 (30-35) 49-44 (24-30) 47-41 (22-28) 38-32 (18-23) 32-27 (30-34) 39x30 (35x24) 44-40 (24-30) 43-39 (29-33) 27-21 (33x35) 21-17 (28-33) 17-12 (33-39) 12-8 (30-34) 8-3 (39-43) 37-32 (43-48) 32-27 (34-40) 27-22 (23-28) 22x33 (40-45) 33-29 (45-50) 3-14 (50-45) 29-24 (48-30) 24-19 (30x13) 14-10 (13-36) 41-37 (45-34) 10-5 (35-40) 5-28 (40-45) en zwart wint.

Daarmee is het raadsel rond de piramide van Drenth opgelost. Wit aan zet: remise, zwart aan zet wint.

Van de piramide van Drenth is het maar een kleine stap naar het boekje `Wie door de week traint is ‘s zondags  moe`  van Evert Dollekamp. Het is een damboek zonder diagrammen en varianten. Mag dat? Ja, als de auteur Evert Dollekamp heet, dan mag dat. Deze uit Drenthe afkomstige scribent staat in de damwereld bekend om zijn ironische, hilarische en soms onbegrepen stukjes. ‘Wie door de week traint is ’s zondags moe’ is een verzameling van de leukste, overigens waar gebeurde, of althans op waarheid berustende, verhaaltjes, die doorgaans zijn gesitueerd rond bekende dammers als Tsjecholev, Bronstring en uiteraard Otto Drenth, de streekgenoot van de auteur.

De publicatie is te bestellen door overmaken van 10 euro plus 3 euro verzendkosten op rekeningnummer 4492438 t.n.v. E. Dollekamp, Leiden o.v.v. `boek` en adresgegevens.

Voor wie flink zijn portemonnee wil trekken en Kingsrow aan wil schaffen, surf voor info naar http://pages.prodigy.net/eyg/InternationalDraughts/kingsrow_international.htm.

Terug naar damrubrieken