Henk de Witt knokt en wint

Eric van Dusseldorp

 

21 juni 2003 is mogelijk een mijlpaal in de Nederlandse damgeschiedenis. Op die dag besloot de Bondsraad om de zogeheten Delftse telling toe te gaan passen in toernooien die gefrequenteerd worden door topspelers, zoals de finale om het kampioenschap van Nederland.

Het grote aantal remises in toptoernooien is velen al jaren een doorn in het oog. Kunstenaar Henk de Witt uit Delft ontwierp daarom een systeem waarin naast de overwinning (en de complementaire nederlaag) en de remise een extra uitslag wordt gecreëerd: de puntenoverwinning (of voordeelremise – over de exacte benaming wordt nog gediscussieerd). Winst wordt beloond met 4-0 (of 5-0), remise wordt 2-2 en een ‘remise’ met groot voordeel, om precies te zijn drie stukken verschil waarbij een dam voor twee stukken geldt, wordt 3-1. De Witt vocht jarenlang voor erkenning van zijn systeem middels artikelen in tijdschriften, open brieven en bijdragen aan discussiefora. Op zijn eigen club DOS Delft werd de nieuwe telling al snel ingevoerd.

De Dambond ging nog niet overstag, maar hoe langer hoe meer topdammers voelden wel wat voor de Delftse telling. De Witt organiseerde in zijn woonplaats een jaarlijks terugkerend toernooi waarin grootmeesters werden uitgenodigd om met de nieuwe telling te dammen. De reacties van de toppers waren wel positief. De druk om de Delftse telling in ieder geval in toernooien met topspelers toe te gaan passen, nam toe en na lange discussies ging de bond uiteindelijk overstag: in de NK-finale van 2004 wordt de puntenoverwinning geïntroduceerd.

De nieuwe uitslag, de puntenoverwinning of voordeelremise dus, zal bij menig buitenstaander bevreemding kunnen wekken. In de sportwereld is men gewend om te winnen of te verliezen. Soms is een gelijkspel mogelijk. Bij dammen kun je in de nabije toekomst dus ook nog half-winnen. Even wennen dus!

De man die heeft geknokt en gewonnen, Henk de Witt, kon -ofschoon zelf lid van de Bondsraad- op de voor hem heuglijke 21e juni niet op de vergadering aanwezig zijn. Zijn eigen toernooi, dat in de loop de jaren is uitgegroeid tot een groot en vrolijk damcircus met verschillende evenementen en dat dit jaar de naam DUWO Kennisstad Damfestival heeft meegekregen, was net begonnen en kon natuurlijk niet zonder hem. Bizar is overigens, dat na drie rondes in de verschillende klassen (grootmeester-, meester- en open groep) er nog geen enkele Delftse puntenoverwinning is gevallen. En dan hebben we het over 47 (!) partijen die alle in 5-0 of 2-2 zijn geëindigd. En misschien is dat wel het grootste voordeel van de Delftse telling: dat de puntenoverwinning bijna nooit hoeft te worden toegepast.

In de eerste ronde won Anatoli Gantwarg in de grootmeestergroep van de in Nederland wonende, ex-Oekraïense damster Tanja Chub. Natuurlijk ging de geweldenaar uit Minsk niet voor een flauwe puntenoverwinning, maar voor een echte ouderwetse damzege.

 

Zwart: T. Chub – Wit: A. Gantwarg

1. 34-29, 19-23; 2. 40-34, 14-19; 3. 45-40, 10-14; 4. 50-45, 5-10; 5. 29-24, 20x29; 6. 33x24, 19x30; 7. 34x25, 13-19; 8. 39-33, 8-13; 9. 44-39, 2-8; 10. 40-34, 17-22; 11. 34-30, 11-17; 12. 32-28, 23x32; 13. 37x28, 6-11; 14. 42-37, 19-24; 15. 30x19, 14x32; 16. 37x28, 16-21; 17. 31-26, 10-14; 18. 41-37, 14-19;

Wit is al iets beter uit de opening gekomen. Zwart lijkt wat last te krijgen van het open veld 2.

19. 48-42, 1-6; 20. 46-41, 21-27; 21. 39-34, 27-31; 22. 36x27, 22x31;

Na een ruiltje als dit is het voor een grootmeester natuurlijk altijd lekker dammen. Vanaf dit moment zal de Wit-Rus achter het bord een veeg-houding hebben aangenomen.

23. 34-30, 9-14; 24. 45-40, 31-36; 25. 37-32, 15-20; 26. 40-34, 18-23; 27. 33-29, 4-9; 28. 29x18, 13x33; 29. 38x29, 8-13;

Chub lijkt rustig het ruiltje naar 23 te willen voorbereiden, maar vergist zich vreselijk.

Zie diagram.

 

30. 42-37, 19-23?; 31. 29x18, 12x23; 32. 32-28!, 23x32; 33. 37x28, . . . Simpel maar doeltreffend. De 1-om-2 is zwaar vergiftigd.
33 . . ., 13-19; 34. 26-21!, 17x26; Natuurlijk, zo moet het verder gespeeld worden.
35. 34-29, 20-24; 36. 29x20, 7-12;

Wit moet gewonnen staan. Het is instructief om te zien hoe rustig Gantwarg de stelling uitspeelt.

37. 30-24, 19x30; 38. 35x24, 12-18; 39. 28-23, 18x29; 40. 24x33, 26-31; 41. 33-28, 11-17; 42. 20-15, 6-11; 43. 43-38, 11-16; 44. 49-43, 16-21; 45. 43-39, 21-27; 46. 28-23, 17-22; 47. 25-20, 14x25; 48. 15-10, 25-30; 49. 10-5, 9-13; 50. 5-14, 30-35; 51. 39-34, . . . en zwart gaf het op.

Terug naar damrubrieken