Thijssen gaat voor volle pond

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

Kees Thijssen heeft zijn vorm weer terug. De Amsterdammer van Brabantse komaf, die bij de wereldkampioenschappen zo teleurstellend acteerde, won met grote overmacht het sterk bezette grootmeestertoernooi Hiltex Zeeland Open. Vooral in de finalepartij tegen de Letse ex-wereldkampioen Guntis Valneris toonde hij zijn grote klasse.

 

Wit: K. Thijssen – Zwart: G. Valneris

Zie diagram.  

 

 

 

Een vrij rustige positie. Zwart is aan zet en normaal ligt een ruil als (21-27), (x26) in de lijn der verwachtingen. Maar beide spelers hebben niets aan remise, er moet sowieso een beslissing komen. Bovendien wordt er gespeeld met de experimentele Goese telling: ieder schijfje meer in de slotstand komt tot uiting in de score. Niet de ‘woeste’ uitslagen 6-4, 7-3, 8-2 en 9-1 die in Delft worden gehanteerd, maar 1,01-0,99, 1,02-0,98, 1,03-0,93 en 1,04-0,96 afhankelijk van het aantal schijven méér in de slotstand. 

 

Maar in een 1-op-1 finalepartij is er opeens geen verschil tussen beide tellingen. 1,01-0,99, dus een enkel schijfje verschil, is voldoende voor partij- en meteen ook toernooiwinst!

In die wetenschap posteert de Let tot tweemaal toe een brutale voorpost op 28 in de veronderstelling dat in een remise-achtige positie de speler met de aanvallende stand toch meestal iets voordeel heeft. En de voorpost op 28 zal toch niet verloren gaan?

 

24. . ., 22-28?!; 25. 33x22, 17x28; 26. 32x23, 19x28; Wat nu? Wit heeft meer stukken om 28 aan te vallen dan zwart om te verdedigen. Maar door allerlei wendingen heeft het oplopen via 38-32 amper zin. Thijssen schuift er op zijn bekende, omfloerste manier omheen en krijgt toch kansen. 27. 43-39, 11-17; 28. 48-43, 17-22; 29. 34-30, 21-27; 30. 39-34!, 7-11; 31. 43-39, 11-16; 32. 39-33, 28x39; 33. 34x43,. . . Een quasi-rustig terugruiltje met behoud van spanningen. Wat moet zwart nu doen? Een wat nadeliger stand verdedigen met een score als 0,99-1,01 of 0,98-1,02 heeft direct de tweede plaats en dus geen toernooizege tot gevolg. Valneris besluit alles-of-niets te spelen.

33. . ., 22-28?; 34. 40-35, 18-22; 35. 30-24!

Vermoedelijk heeft Valneris hier niet op tijd zien aankomen dat op (28-33) de 3-om-3 25-20 en 35-30 volgt. Nu is schijfwinst -38-32- onpareerbaar. Valneris besluit om meteen maar te offeren. 35. . ., 27-31; 36. 37x26, 12-17;

In deze fase -met een schijf meer- zou Thijssen kunnen overwegen om de score 1,01-0,99 voordeelremise aan te bieden, in plaats van verder te spelen. Een mooie deal: hij wint het toernooi, terwijl Valneris een smadelijke nederlaag bespaard blijft en ook zijn rating nauwelijks wordt aangetast. Maar gelukkig voor publiek, pers en organisatie gaat de witspeler voor de gele trui èn de etappe. Toch is dit een nadeeltje van de Goese telling in finalewedstrijden: het flauwe 1,01-0,99 overeenkomen is altijd mogelijk!

37. 35-30, 13-18; 38. 45-40, 16-21; 39. 40-35, 21-27; 40. 43-39, 9-13; 41. 38-33, 13-19; 42. 24x13, 18x9; 43. 30-24, 3-8; 44. 49-44, 8-13; 45. 44-40, 28-32; 46. 40-34, 32-38; 47. 34-30, 4-10; 48. 39-34, 27-32; 49. 42-37, 32x41; 50. 47x36, 22-27; 51. 33x42, 13-18; 52. 42-37 en 2-0.

 

Wit: A. Scholma – Zwart: A. Schwarzmann

 

 

 

Zie diagram. Na 28. 34-29? begon de wereldkampioen goed met de winstforcing: 28. . ., 17-22; 29. 29x20, 22x31; 30. 46-41, 15x24; 31. 41-36, . . . maar hier verzuimde hij het af te maken met het door Valneris aangegeven (14-20!) 25x23 (18x29) 30x17 (3-8) 33x24 (7-12) 36x27 (12x41) en zwart wint.

 

Wit: A. Schwarzmann – Zwart: B. Provoost

 

Zie diagram.

 

 

Winnen van de regerend wereldkampioen is altijd leuk. Bennie Provoost had hier furore kunnen maken als hij (17-22!!) 27x7 (21-27) 32x21 (16x27) 7x16 (27-32) 38x27 (13-19) 24x13 (9x47) had gespeeld. Na de damafname 48-42 (47x31) 36x27 heeft zwart dan een schijf meer.

In de partij kwam de jonge Zeeuw niet meer tot een zinnige omsingeling en verloor kansloos.

 

Terug naar damrubrieken