Prachtcombinatie van Wiersma
 
Eric van Dusseldorp


 
Aan de hegemonie van de Russen in de damwereld lijkt maar geen einde te komen. Het wereldkampioenschap voor landenteams werd door hen, zeker in de finale, met groot vertoon van macht gewonnen. En dat had iedereen ook wel verwacht, aangezien een team met drie wereldkampioenen (Georgiew, Tsjizjow en Schwarzmann) en een gewone supergrootmeester (Getmanski) domweg niet te verslaan is.
 
Best of the rest werd Senegal, dat in de finale weliswaar kansloos met 1-7 van de Russen verloor, maar in de wedstrijden daarvoor optimaal presteerde. In de voorrondes werden de Afrikanen groepswinnaar, voor Nederland, en wisten daarmee de Russen in de kwartfinale te ontlopen. Vervolgens stoomden de ontembare leeuwen (een bijnaam die zowel op de Senegalese als de Kameroenese dammers van toepassing blijkt te zijn) door naar de finale.
 
De mooiste combinatie werd uitgevoerd door een speler van het Nederlandse team, oud-wereldkampioen Harm Wiersma.
 
Zwart: A. Uutma (Estland) – Wit: H. Wiersma (Nederland)
 
1. 33-29, 19-23; 2. 35-30, 13-19; Deze zet staat bekend als passief, maar het is o zo moeilijk om er als witspeler profijt van te trekken. 3. 30-25, 20-24; 4. 29x20, 15x24; 5. 32-28, 23x32; 6. 37x28, 8-13; 7. 39-33, 18-23; 8. 42-37, 23x32; 9. 37x28, 12-18; 10. 47-42, 7-12; 11. 41-37, 1-7; 12. 44-39, 2-8; 13. 46-41, 10-15; 14. 37-32, 17-21; 15. 41-37, 18-23; De Est speelt om niet te verliezen, maar het is hem vermoedelijk onbekend dat Harm Wiersma juist uiterst bedreven is in het gesloten klassiek, in weerwil van het feit dat dit systeem bekend staat om zijn grote remisemarge. 16. 31-27, 12-18; 17. 40-35, 7-12; 18. 34-30, 21-26; 19. 49-44, 11-17; 20. 44-40, 17-21; Zie diagram.

 

De voorgaande zetten laten zich als vanzelf spelen. Vreemd is het dan toch dat zo’n stand, van de inmiddels ruim 300.000 geregistreerde partijen, slechts een keer is voorgekomen, en wel in een partij uit 1998 tussen P. Karregat en J. Valk. Maar. . . dan met zwart en zet.
Wiersma moest dus ‘op eigen kracht’ verder. 21. 40-34!, . .  Met kennis van zaken laat wit een grote ruil open. 21. . . 24-29; Zwart haast zich om deze ruil te nemen. 22. 33x24, 14-20; 23. 25x14, 9x40; 24. 45x34! Onorthodox. Meestal slaat wit naar achteren om tempi te verliezen. 24.  . ., 15-20; Zwart wil 30-24, x24 niet toelaten. 25. 30-25, 20-24; Terug laten slaan gaat natuurlijk niet en (4-9, x20) staat een beetje slordig. 26. 34-30! Plots moet zwart rekening houden met 30-24, 30-24, 28x19, 37-31, 38-33 en 33x2. Op (4-9) slaat zwart naar 4.  Uutma doet nu een zet die hij normaal liever niet had gedaan tegen de oud wereldkampioen. 26. . . 3-9; 27. 50-44, 9-14; 28. 44-40, 4-9; 29. 40-34, 5-10; 30. 39-33, 6-11; 31. 34-29, 23x34; 32. 30x39, 18-23; 33. 39-34, 24-29; 34. 33x24, 19x39; 35. 43x34, 12-18; 36. 28x19, 13x24; 37. 38-33, 18-23; Zwart lijkt zich aardig uit de problemen te hebben gewerkt. Maar wit heeft verder gekeken. 38. 42-38, 8-13; 39. 48-42, 13-18; 40. 33-29!, 24x33; 41. 38x29, 14-19; 42. 42-38, 11-17; 43. 38-33!, 17-22?; Zwart denkt er wel heel gemakkelijk over. Beter is (9-14). Zie diagram.

 

Wit voert nu een combinatie uit door al zijn schijven weg te geven. 44. 25-20!, 22x42; 45. 20-14, 9x20; 46. 36-31, 26x30; 47. 35x4, 23x34; 48. 4x26! 2-0.
 
 
De oplossing van de vorige opgave, auteur L. Schut (cijferstand: zwart: 5, 11, 12, 13, 19, 20, 21, 23, 26 / wit: 28, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 48): 22! Nu dreigt 339 en op (194) of (204) wint 339, dus (28) 349, 23, 22, 393, 43, 383, 9 (31) 4 (36) 15 (25) 47 (10) 28 (14) 23 (20) 15 (30A) 24 (41) 10 (46) 249. A(41) 47! (46) 24, 24.
 
De nieuwe opgave (diagram) is er weer een van A.P. de Zwart uit Haarlem. Sommige partijspelers zullen kritiek hebben op de beginstand. Weliswaar is die redelijk gescheiden, maar wat is toch in vredesnaam zwarts laatste zet geweest? Artistieke vrijheid, zullen we maar zeggen. Wit begint en wint.
 

 

 
Terug naar damrubrieken