B. Fedorov superproblemist

Eric van Dusseldorp

Alexander Georgiew, Olga Kamyshleeva, Boudewijn Derkx . . . iedereen die de damactualiteit volgt weet wat dit trio gemeen heeft. Ze zijn allen wereldkampioen en wel in de categorieën algemeen, vrouwen en junioren. Maar bij de naam B. Fedorov zullen niet veel lichtjes gaan branden. Toch hoort de Oekraïner tot op zekere hoogte in bovengenoemd rijtje thuis: hij is de kersverse wereldkampioen damproblematiek.

Een problemist gaat iets anders met dambord en schijven om dan een toernooispeler. Hij speelt niet tegen een tegenstander, maar probeert een combinatief idee zodanig vorm te geven dat het voldoet aan een aantal scherpe regels, zoals de eis dat een compositie moet eindigen met één wit stuk (dat dit niet helemaal vereist is bewijst uitgerekend een probleem van de nieuwe wereldkampioen) of een onbeweeglijke opsluiting (bijvoorbeeld: zwarte schijf op 45, witte dam op 50).

De damproblematiek werd vroeger vooral in Nederland en Frankrijk beoefend, maar toen landen als Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne en Litouwen zich ermee begonnen te bemoeien, begon het prestatiegerichte element toe te nemen: titels, medailles, diploma’s, klassementen, men is er in Oost-Europa nog altijd gek op. En zo werd, met goedkeuring van de werelddambond, het eerste problemisten-WK gehouden. Juryleden waren S. Yushkewitch (Oekraïne), S. Zilevicius (Litouwen), A. Tavernier (Frankrijk) en E. van Dusseldorp (Nederland).

Deelnemers konden inzenden in zes categorieën, onderverdeeld naar het aantal stukken en/of thema. Nadere explicatie hiervan gaat in dit bestek te ver. De beste vier resultaten bepaalden de eindklassering van een deelnemer.

Fedorov overtuigde met drie eerste plaatsen en een vierde plek. Met de stand van het eerste diagram werd de Oekraïner eerste in categorie B met 149 punten.

 

We gebruiken de door problemisten gebruikte verkorte notatie: het veld van aankomst wordt genoteerd, bij twijfel de hele zet en zwarte zetten worden slechts opgeschreven als er keuze is.

Oplossing: 42, 31 (48x30x28A) 31x22, 4, 7, 21+ A(48x25x28) 31x22, 4 (20a) 4-15, 7, 21+ a(14) 27, 6+

De drie andere kampioensvraagstukken van Fedorov:

 

Oplossing: 14, 20, 5, 26, 46 (20) 32 (24) 38 (30) 43 (35) 49 (21, 40) 11 (45) 50+ (153 punten, eerste in categorie C).

 

Oplossing: 46-41, 41-37, 30, 31, 36, 44, 31, 38, 2, 13-9, 3, 14+ (164 punten, eerste in categorie E).

 

Oplossing: 10, 44, 31 (22x24), 2, 30, 41, 13, 24, 3 (11) 7 (37) 2 (10) 26 (41) 37, 24 (37) 47 (14) 39-33 (20) 29 (25) 34+ Nu blijven er twee witte stukken over. De twee West-Europese juryleden tilden hier zwaarder aan (EvD: 5,8; AT 5,5) dan hun collega’s uit het oosten (SY: 8,7; SZ: 7,2). (130 punten, vierde in categorie F)

Het hoogst gewaardeerde probleem was niet van Fedorov, maar van derdeprijswinnaar B. Morkus uit Litouwen.

 

Een fantastische afwikkeling via 37, 37, 50x39, 2, 7, 3, 24-19, 26 (43) 14 (12) 6, 37+ (179 punten, eerste in categorie F).

Amerikaan en voormalige Rus A. Rom werd tweede in het eindklassement, onder andere met dit vraagstuk.

 

Oplossing: 23-18, 18, 9, 2, 44, 30, 7, 38, 1 (20) 10, 14+ (164 punten, eerste in categorie D).

Tot slot mag een geweldig probleem van de Moskoviet S. Perepelkin, vierde prijswinnaar, de lezer niet worden onthouden.

 

Oplossing: 43, 26-21, 31, 30, 8, 3, 48, 1, 40, 14, 4 + (162 punten, tweede in categorie D).

Volgende week aandacht voor de prestaties van de Nederlanders.

Terug naar damrubrieken