Speelplan te weldadig

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

 

De komende finale om het kampioenschap van Nederland belooft erg interessant te worden.

Zelden zullen zoveel dammers, vijf in totaal, hun debuut hebben gemaakt op het hoogste niveau. De namen: Johan Sterrenburg, Bennie Provoost, Toby Hage, Michiel Kloosterziel en Leopold Sekongo. Veel fris bloed dus, iets wat het toernooi hard nodig heeft.

Opmerkelijk is ook het speelschema. Vroeger was het altijd een partij op een dag met ergens halverwege een rustdag. Het evenement duurde dan steevast twee volle weken. Nu worden de dertien partijen in een ruime week afgewerkt: geen rustdag meer en vier dagen met een dubbele ronde.

Twee partijen op een dag spelen is geen sinecure en het toernooi is hiermee zwaarder geworden. Sommige topspelers hebben er moeite mee, maar afzien van deelname is er niet bij. Vergelijk het met de wielrenners: velen van hen hebben een hekel aan de Alpe d’Huez, maar de Tour de France laten ze er niet voor lopen. En voor de toeschouwers en de media is het nu eenmaal boeiend om topsporters te zien zweten. De verkorting van de finale naar een ruime week is een experiment dat -om organisatorische redenen- eigenlijk uit nood geboren is. Maar de kans is nu al groot dat de finale ook in de komende jaren volgens het strakkere schema zal worden afgewerkt.

 

In halve finalegroep 3 plaatste Johan Sterrenburg zich met een ongekende plusvijf score. Toch had zijn partij tegen de zwakste speler van de groep heel anders kunnen aflopen dan de overwinning die er uiteindelijk uitrolt.

 

Zwart: J. Sterrenburg – Wit: H. Kleinrensink

 

1. 34-30, 20-25; 2. 32-28, 25x34; 3. 39x30, Deze opening stond vroeger voornamelijk op het repertoire van oude Camembertvretende Franse dammers. Lange tijd werd (16-21) aanbevolen en zwart zou een theoretisch voordeeltje hebben na bijv. 37-32 (21-26) 44-39 (26x37) 42x31 omdat hij schijf 16 heeft opgelost en met tempoachterstand klassiek kan maken. In de praktijk komt van dit voordeeltje niets terecht, vandaar dat topspelers, in navolging van Guntis Valneris, (16-21) zijn gaan vervangen door een zet als (19-23).

 

3. . ., 19-23; 4. 28x19, 14x23; 5. 30-25, 15-20; 6. 25x14, 10x19; 7. 31-27, 17-21; 8. 44-39, 21x32; 9. 38x27, 11-17; 10. 40-34, 6-11; 11. 43-38, 5-10; 12. 49-43, 10-14; 13. 37-32, 1-6; 14. 41-37, 17-21; 15. 37-31, 11-17; Zwart begint een woest avontuur.

16. 31-26, 7-11; 17. 33-28, 23-29; 18. 34x23, 18x29; 19. 39-34, 29x40;  20. 35x44, 12-18; 21. 43-39, 4-10; 22. 39-33, 19-23; 23. 28x19, 13x24; 24. 47-41, 8-13; 25. 41-37, 2-8; 26. 46-41, 18-23; 27. 48-43, 13-18; 28. 44-39, 8-13; 29. 33-28, 13-19; 30. 37-31, 24-30; 31. 41-37, 19-24; 32. 28x19, 14x23; 33. 38-33, 23-29; 34. 42-38, 18-23; 35. 45-40, . . .  De zwarte stand is het resultaat van een weldadig ogend speelplan, maar in werkelijk is er toch het nodige misgegaan. Zwart staat heel slecht en mogelijk verloren. Na de enige zet die niet snel verliest (30-35) rest er na 50-44 ook niet veel hoop meer. Zie diagram.

 

 

 

35. . ., 9-14?; Maar nu forceert wit de winst.

36. 40-35!, 3-8; Na (29-34) heeft zwart na 33-28 dezelfde problemen als in de partij, bijvoorbeeld (23-29) 28-22 (17x28) 26x17 (11x22) 27x18.

 

37. 33-28!,

Sterrenburg, die hier de witte forcing zal hebben gezien, moet peentjes hebben gezweet toen wit goed begon.

 

37. . ., 29-34; (Op 14-19: 28-22 en 26x17 etc.) 38. 28x19, 14x23; 39. 27-22!, 17x28; 40. 26x17, 11x22; 41. 32-27??,

Maar hier had de witspeler de forcing moeten afmaken met 39-33 (28x48) 31-26 (48x31) 36x20 en winst is niet moeilijk meer.

 

Nu slaan de kansen om. 41. . ., 23-29; 42. 27x18, 16-21; (verhindert 38-32 door 21-27 etc.) 43. 31-26, 21-27; Nu is 37-31 ondanks het speelplan (34-40), (40-44), geboden. Wit heeft dan wellicht nog de beste kansen!

44. 50-45?, 27-32!; 45. 38x27, 29-33; 46. 18-12, 8x17; 47. 27-21, 33x44; 48. 21x12, 44-50; en wit gaf het op. Er dreigt (24-29).

 

 

De oplossing van de opgave uit de rubriek van vorige week (P. Kuijper: zwart: 5, 12, 16, 17, 19, 23, 24, 30, 31, 36, 45; wit: 15, 21, 25, 27, 32, 34, 38, 39, 40, 42, 44): wit wint door 37, 28, 20, 7, 10, 2, 47.

 

De nieuwe opgave is nummertje drie uit de nieuwe reeks eerste publicaties van P. Kuijper uit Hoorn. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

 

 

Terug naar damrubrieken