Onbekende dammer nekt Thijssen

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

Het Wereldkampioenschap 2007 had, volgens sommigen althans, het toernooi van Kees Thijssen moeten worden. Het was (en is) immers de hoogste, of beter: de allerhoogste tijd voor weer eens een Nederlandse wereldkampioen dammen. En van de vaderlandse deelnemers was Thijssen natuurlijk dé kandidaat. Auke Scholma en Jeroen van den Akker zijn leuke dammers, maar toch geen serieuze titelpretendenten.

 

Kees Thijssen werd vijf keer achtereen kampioen van Nederland en liet in al die jaren coryfeeën als Rob Clerc, Alexander Baljakin en Gérard Jansen achter zich. Soms zelfs met flink wat punten verschil. Maar hij zag zichzelf niet als kanshebber voor de wereldtitel en sommige insiders dachten daar net zo over. Een WK is nu eenmaal iets anders dan een NK. Op een WK moet men geprepareerd zijn op allerlei verschillende speelstijlen en spelopvattingen. Op een nationale finale kom je daarentegen bijna alleen maar dammers tegen die op dezelfde jeugd- en seniorentrainingen hebben gezeten en die elkaar niet zo snel zullen verrassen.

 

De fans van Kees wilden hem niet openlijk bombarderen tot titelfavoriet. Kees zou beter de rol van outsider kunnen hebben die, vanuit de luwte opererend, wellicht voor een verrassing kunnen zorgen. Maar die verrassing kwam niet. Kees Thijssen speelde weliswaar mooie omsingelingspartijen, maar verdeelde zijn tijd slecht, vloog in zetjes en raakte in het verloop van het toernooi zelfs de motivatie kwijt om nog voor een ‘plusje’ te spelen, zoals in zijn partij tegen wereldkampioen Georgiew.

 

En het begon zo goed. In de derde ronde werd het jonge Wit-Russische supertalent Ihar Mikhalchenka op fraaie wijze verslagen.

 

Zwart: I. Mikhalchenka - Wit: K. Thijssen

 

 

 

Zie diagram.

De toeschouwers maakten zich wat zorgen over Thijssens positie en wisten niet waar het vandaan moest komen. Maar Kees vond een fraai plan.

27. 49-44!, . . .Tegen sommige flankspeltheorieën in wordt 49 hier opgespeeld. 27. . ., 8-12;

28. 40-34, 24-30; Iemand de aanval gunnen en vervolgens hem dan ook nog de mogelijkheid tot expansie geven via een zet als (24-30) geldt in het algemeen als een inferieur plan. Maar Kees had het hier al beter gezien dan vele van zijn fans achter de computer. 29. 33-29, 23-28; 30. 38-33, . . .

Maar nu wordt er opeens wat duidelijk. Zwart moet rekening gaan houden met de belangrijke actie 37-32 en 31-27. Bijvoorbeeld (11-16) 37-32 (27x40) 31-27 (22x31) 33x2 (19-24) 2x10 (24x44) 26x37 (30x39) 45x43 en wit staat een schijf voor. 30. . ., 19-23; 31. 42-38, 11-16; 32. 45-40, 6-11; 33. 37-32, 28x37; 34. 31x42,. . . Inmiddels is Thijssen met zijn omfloerste omsingelingsspel gewonnen komen te staan. Bijvoorbeeld: (23-28) 40-35 (14-19) 35x24 (19x30) 25-20 (30-35) 20-15 etc. Wat Mikhalchenka nu doet lijkt logisch, maar verliest door een combinatie. 34. . ., 30-35?; 35. 34-30!, 23x45; 36. 42-37, 35x24; 37. 26-21, 17x26; 38. 44-40, 45x34; 39. 39x6 en zwart gaf het op.

 

In de vijfde ronde ging het mis voor onze landgenoot. Tegenstander was de vrijwel onbekende Haïtiaanse dammer Ricardo Pierre. Hoe moet je je nu voorbereiden op een speler op wie je je eigenlijk niet kunt voorbereiden? Haïti is zonder twijfel het sterkste damland van het westelijk halfrond, maar door de armoede en de politieke problemen is er lange tijd geen goed contact geweest met andere damlanden. Via internet is het vaak wel mogelijk om tegen Haïtianen te spelen, maar dan gaat het vrijwel steevast om dammers die naar de Verenigde Staten geëmigreerd zijn. Gelukkig is Haïti er inmiddels weer bij, al zal Thijssen daar wellicht andere gedachten over hebben.

 

Zwart: R. Pierre – Wit: K. Thijssen

 

1. 33-29, 19-23; 2. 35-30, 14-19; 3. 40-35, 17-22; 4. 45-40, 11-17; 5. 38-33, 9-14; 6. 30-25, 4-9; 7. 50-45, 6-11; 8. 42-38, 1-6; 9. 47-42, 22-28; 10. 33x22, 17x28; 11. 34-30, 23x34; 12. 32x23, 19x28; 13. 40x29, 11-17; 14. 44-40, 7-11; 15. 49-44, 2-7; 16. 40-34, 16-21; 17. 44-40, 20-24; 18. 29x20, 15x24; 19. 30x19, 13x24; 20. 34-30, 9-13; 21. 30x19, 14x23; 22. 40-34, 10-14; 23. 34-30, 17-22; 24. 30-24, 21-27; 25. 45-40, 11-17;

 

Pierre speelt eerst vrij passief (14-19 op de tweede zet) en vervolgens heel agressief. In de stand van diagram 2 staat hij helemaal niet minder. En na wits foutzet is het zelfs uit!

 

 

 

 

26. 40-34??, 27-32!; 27. 38x27, 17-21; 28. 27x16, 22-27; 29. 31x33, 23-29; 30. 34x23, en wit gaf het op zonder 18x47 af te wachten.

 

Terug naar damrubrieken