Triple-offer was winnend

Eric van Dusseldorp

Het vraagstuk dat vorige week ter oplossing werd aangeboden, de gemiste kans van Gerrit Wassink in zijn partij tegen ex-NK-finalist Paul Oudshoorn, was er niet een van het traditionele soort. Er zat geen directe combinatie of vlotte forcing in de stand, de crux van de opgave was het vinden van een opmerkelijke strategische voortzetting waarmee de witte stand snel wordt opgeblazen. Zie diagram.

 

In plaats van 35. . ., 12-18; 36. 34-29, 23x34; 37. 40x29, 20-25; 38. 29x20, 15x24; 39. 32-27, 18-22; 40. 27x18, 13x22; met remise had zwart (9-14!) moeten spelen.

Een paar varianten:
I. 49-44 (24-29!) 33x24 (20x29) 34-30 (13-18) en wit heeft geen afdoende parade tegen (18-22), bijvoorbeeld 30-25 (18-22) 25-20 (22x42) 20x9 (17-21!) 26x8 (2x4).

II. 40-35 (12-18) 34-29 (23x34) 39x30 (20-25) 49-44 (25x34) 44-40 (24-29) 33x24 (19x30) 40x29 (18-22) en wint.

III. 40-35 (12-18) 34-30 (7-11) en wit heeft geen goed verweer tegen de omknelling (11-16) en (18-22).

IV. De meest voor de hand liggende voortzetting: 34-29 (23x34) 40x29 maar na (13-18!) gevolgd door (18-23!) kan wit al zijn problemen niet tegelijk oplossen.

Twee weken geleden werd een opmerkelijk duel tussen Michèle Borghetti en Alexander Baljakin behandeld. Ondanks drie (!) schijven voorsprong wist de Wit-Rus de partij niet te winnen. Lezer Pascal Stil toont aan hoe dat in de stand van het diagram wèl had gekund.

 

I.p.v. (11-17) was het triple-offer(!) (19-24!) 20x38 (28-32!) 38x27 (11-17) winnend geweest. Toch moet zwart nog een beetje nauwkeurig spelen: na 43-39 (17-21) 26x17 (12x32) 39-33 (16-21) 33-29 of 45-40 is er na het offertje (21-27) 31x22 (32-37) echter geen twijfel meer mogelijk.

 

Soms kan een foutzet direct het verschil tussen winst en verlies betekenen. In de partij Hensley Nepomuceno – Linda Schnieders (wedstrijd Source NDG – Samen Sterk, eerste klasse B) was de explosieve stand van het derde diagram bereikt. De zwartspeelster vervolgde met het afzichtelijke 28. . . ., 28-32??; 29. 27x38, 21x32; en nu liet de Antilliaan 24-19 nog een zet lopen om pas na 30. 41-37??, 12-17??; met datzelfde 31. 24-19 toe te slaan. I.p.v. (28-32) was een eenvoudig, maar wel heel verrassend zetje mogelijk: (18-23!) en altijd dam. Bijvoorbeeld 27x18 (16x27) 31x33 (13x22) 29x27 (20x47 of 20x49). Het verloop na 29x18 is compleet symmetrisch!

De ontleding van het vraagstuk van drie weken geleden, auteur drs. J. Bus (wit: 24, 33, 34, 36, 38, 39, 40, 42, 43, 44, 45, 50 / zwart: 3, 5, 7, 13, 15, 17, 22, 23, 27, 28, 31, 37) luidt: 30,32,9,394,2 (19,29) 25 (10) 44 (14) 39 (19) 35,34 (20,10) 350!! (14) 25.

Ter oplossing twee nieuwe composities van drs. J. Bus. Om de eindspelen te vergelijken leek het de auteur een idee om de vraagstukken gezamenlijk in één rubriek te publiceren. Wit begint en wint.

 

 

Terug naar damrubrieken