Wie kijkt er dan ook naar zoiets?

Door Eric van Dusseldorp

 

Volgende week zaterdag is de laatste ronde van de halve finales en dan kan de balans opgemaakt worden: welke spelers gaan naar de finale en wie hebben zich verzekerd van een halve finaleplaats voor volgend jaar. Ongetwijfeld zullen er wat remises vallen in deze slotronde: de lijstaanvoerders hebben veelal voldoende aan een enkel puntje en de kanslozen vinden het doorgaans wel mooi geweest. Sowieso zijn de meeste beslissingen al gevallen en is de slotronde deels een formaliteit.

In groep A lijken de kaarten geschud en zal de uitkomst een verrassing zijn: Internationaal grootmeesters Jos Stokkel en Auke Scholma, beiden ook ex-WK-deelnemers, plaatsen zich niet. Koplopers Boudewijn Derkx en Martijn Vissers spelen in de laatste ronde tegen elkaar en hebben aan een puntendeling vrijwel zeker genoeg om zich te kwalificeren. Zoals zo vaak zegt een grootmeestertitel niet alles meer en komen top en subtop steeds dichter bijelkaar, als ze elkaar inmiddels al niet deels overlappen…

In groep B zijn de ‘jonge honden’ Jochem Zweerink en Roel Boomstra zeker door en redt topspeler Anton van Berkel het niet. Groep C werd -uiteraard- een prooi voor vijfvoudig landskampioen Kees Thijssen, maar de kans dat Wouter Ludwig of Bennie Provoost, beiden zeer jeugdige spelers, hem vergezelt naar de finale, is levensgroot. Vanuit groep D promoveren vrijwel zeker de karakteristieke halve finalebeul Sven Winkel en daarnaast Hans Jansen en groep E is eigenlijk helemaal afgelopen: Frits Luteijn en Pim Meurs zijn zeker van een plaats in de eindstrijd.

Al met al belooft de finale heel interessant te worden met veel agressief ingestelde, jonge spelers aangevuld met enkele ‘karakteristieke’ veteranen als Hans Jansen en Frits Luteijn.

 

Wit: Frits Luteijn – Zwart: Pim Meurs

Na 1. 33-28, 20-25; 2. 39-33, 15-20; 3. 44-39, 10-15; 4. 31-26, 5-10; 5. 36-31, 20-24; 6. 49-44, 14-20; 7. 41-36, 10-14; 8. 46-41, 4-10; 9. 31-27, 17-22; 10. 28x17, 11x31; 11. 36x27, 18-23; 12. 41-36, 6-11; 13. 47-41, 11-17; ontstond de diagramstand.

 

De gepensioneerde studiebol Luteijn speelde 14. 36-31 (?!) en werd verrast door een heuse Coup Napoleon in een niet zo’n bekende variatie: 14…, 16-21!; 15. 27x16, 23-28; 16. 33x11, 24-29; Alle zetten moeten in de goede volgorde gebeuren. 17. 34x23, 19x28; 18. 32x23, 12-17; 19. 11x22, 25-30; 20. 35x24, 20x47;

Maar ofschoon de dam, volgens ‘Ome Jan leert zijn neefje dammen’ helemaal niet te duur is, slaagde de zwartspeler er niet in om minimaal schijfwinst over te houden aan het avontuur. Aanvankelijk reageert de computer nog wel enthousiast op deze slagzet, doch uiteindelijk komt het stalen ros toch niet met een serieuze winstmogelijkheid. In de partij ging de dam er snel af: 21. 40-35, 8-12; 22. 44-40, 14-19; 23. 37-32, 47-36; 24. 32-27, 36x44; 25. 50x39 en het liep remise.

Wit: Hans Jansen – Zwart: Bas Messemaker

Zie diagram.

 

Jansen won slechts één keer -naast vijf remises- maar dat was wel een echte Hans Jansen-overwinning. De witte opzet lijkt op het eerste gezicht niet door de beugel te kunnen. De zwartspeler dacht er ook zo over en vervolgde met 36…, 15-20; 37. 38-32, 27x38; 38. 33x42, 22-28; 39. 31-27, en nu opteerde Messemaker voor het gunstig ogende 39…, 28-33; 40. 29x38, 20-24; maar er volgde zeer fraai 41. 38-33!, 24x35; 42. 27-22!, 18x27; 43. 33-29! en zwart kon de partij niet meer redden. Maar wie kijkt er dan ook naar zoiets?

De oplossing van de vorige opgave (Auteur: P. Kuijper, wit: 21, 23, 25, 27, 28, 30, 33, 34, 38, 39, 48 / zwart: 7, 8, 9, 11, 13, 14, 16, 19, 24, 35, 37)

Winst door 48-42 (37x48) 34-29 (48x34) 29x40 (35x44) 33-29 (24x31) 25-20 (14x34) 23x1 (16x27) 1x49 en wit wint altijd, bijvoorbeeld (13-19) 38-32 en 49x24! of (11-16) 38-32 (27x38) 49x36 (13-19) 36-27 (19-24) 27-38 (24-30) 38-43 (30-35) 43-49 (16-21) 49x16 (35-40) 16-11 (40-45) 11-50 en ook dit is haarscherp.

Ook de nieuwe opgave is een eerste publicatie van P. Kuijper uit Hoorn. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

 

 

Terug naar damrubrieken