'Laatsterondegevoel' slaat weer toe in HF

Eric van Dusseldorp

Liefhebbers van taalcuriosa kunnen er uren over converseren: het verschijnsel ‘gaten in de taal’: een bepaald feit, ding of gevoel waar in het Nederlands domweg geen woord voor is. Wie in de laatste ronde van een toernooi een partij moet spelen die er niet meer toe doet (promoveren kan niet meer, degraderen evenmin, het maakt dus niet uit) zal dat veelal met een wat onbestemd gevoel doen. De ene dammer wil er nog even een prachtig kolkend duel van maken, de ander zal routinematig wat zetten afgeven. Beiden zullen in elk geval een partij spelen zoals ze dat in de eerste ronde nooit zouden doen. Beiden vanuit hetzelfde ‘laatsterondegevoel’.

Feit is, dat het remisepercentage in laatste rondes doorgaans laag is. Zowel heksenketels als relatief vlakke partijen waarin door vermoeide spelers blundertjes worden begaan eindigen vaak in een beslissing.

Dit werd allemaal weer bevestigd door de slotronde van de onlangs afgeronde halve finales om het kampioenschap van Nederland. Het ‘laatsterondegevoel’ had Volendammer Paul Sier behoorlijk in zijn greep want hij bracht tegen Marino Barkel de volgende zettenreeks op het bord: 1. 32-28, 19-23; 2. 28x19, 14x23; 3. 33-28, 23x32; 4. 37x28, 10-14; 5. 35-30, 13-19; en nu het briljante 6. 30-24 ??!, . . .

Na 6 . . ., 20x29; 7. 34x23, 18x29; 8. 39-34, 9-13; 9. 34x23, 17-22; 10. 28x17, 19x28; was het opgeven geblazen. Het tijdverbruik van de witspeler bedroeg 48 minuten waardoor de indruk ontstaat dat hij, al dan niet uitgeslapen, te laat achter het bord is verschenen. Of had hij drie kwartier nodig om de gevolgen van het verbluffende 30-24 te berekenen?

Een echte partij ontstond wel bij Danny Staal tegen Harry Clasquin. Staal had nog geen partij verloren en Clasquin nog niets gewonnen. Beide heren gingen er eens goed voor zitten en er rolde een ‘tegendraads’ resultaat uit.

Zwart: H. Clasquin – Wit: H. Staal

1. 35-30, 20-25; 2. 40-35, 15-20; 3. 45-40, 20-24; 4. 33-29, 24x33; 5. 38x29, 10-15;
6. 50-45, 5-10; 7. 42-38, 17-21; 8. 39-33, 21-26; 9. 47-42, 11-17; 10. 44-39, 6-11;
11. 30-24, 19x30; 12. 35x24, 14-20; 13. 32-28, 16-21; 14. 37-32, 26x37; 15. 42x31, 21-26;
16. 32-27, 26x37; 17. 41x32, 1- 6; 18. 36-31, 11-16; 19. 46-41, 7-11; 20. 41-36, 17-22;
21. 28x17, 12x21; 22. 33-28?, . . .

 

Het offertje dat nu volgt is bekend maar o zo belangrijk in dit soort standen. Meestal blijft er van de witte stand een ruïne over. Zo ook hier.

22. . ., 18-23; 23. 28x19, 21-26; 24. 38-33, 26x28; 25. 33x22, 11-17;
26. 22x11, 6x17; 27. 43-38, 13-18; 28. 49-43, 17-21; 29. 48-42, 21x32; 30. 38x27, 9-14;
31. 43-38, 14x23;

Met een volle schijf meer en nauwelijks echte compensatie was winst niet moeilijk meer.

Wel van belang was nog de krachtmeting tussen Andrew Tjon A Ong en Cor van Dusseldorp. Laatstgenoemde moest winnen om nog een kans te maken op een finaleplaats, terwijl de op dat moment hoger geklasseerde Tjon A Ong met remise nog niet zeker zou zijn van een ticket tot het walhalla.

Zwart: C. van Dusseldorp - Wit: A. Tjon A. Ong

1. 32-28, 17-22; 2. 28x17, 11x22; 3. 37-32, 6-11; 4. 31-26, 12-17; 5. 36-31, 8-12;
6. 31-27, 22x31; 7. 26x37, 16-21; 8. 34-30, 11-16; 9. 40-34, 18-22; 10. 45-40, 13-18;
11. 30-24, 19x30; 12. 34x25, 20-24; 13. 41-36, 21-26; 14. 46-41, 2- 8; 15. 50-45, 7-11;
16. 40-34, 16-21; 17. 34-30, 24-29; 18. 33x24, 22-28; 19. 32x23, 18x20; 20. 37-32, 12-18;
21. 41-37, 17-22; 22. 38-33, 11-16; 23. 33-28, 22x33; 24. 39x28, 18-23; 25. 28x19, 14x23;
26. 25x14, 10x19; 27. 44-39, 5-10; 28. 39-33, 10-14; 29. 36-31, . . .

Wit laat een afwikkeling toe die zwart terreinvoordeel oplevert.

29 . . . 23-28; 30. 33x22, 21-27; 31. 32x21, 16x36; 32. 22-17, 8-12;

Op eenvoudige wijze wint zwart zes tempi.

33. 17x 8, 3x12; 34. 43-39, 15-20; 35. 42-38, 9-13; 36. 45-40, 20-24; 37. 38-32, 12-17;
38. 32-27, 14-20;
39. 40-34, 20-25; 40. 27-21, 17-22; 41. 21-16, 22-28; 42. 49-43, . . .

 

Cor van Dusseldorp komt nu met een opmerkelijk zetje en laat zien dat je soms niet de meest voor de hand liggende zet moet spelen, maar af en toe ook eens wat moet berekenen.

42. . ., 1- 6!; 43. 43-38, 13-18; 44. 38-33, 28-32; 45. 37x28, 26-31; 46. 48-42, 18-23;
47. 16-11, 6x17;
48. 28-22, 17x28; 49. 33x22, 31-37; 50. 42x31, 36x18; en zwart won snel.

Terug naar damrubrieken