Test uw damkennis De oplossingen! |
|||
Beantwoord twintig meerkeuzevragen over onze damsport en ding mee naar de volgende prijzen: 1e
prijs: 100 euro Noteer
de letters behorende bij de antwoorden en mail ze in rijtjes van vijf
waarbij u het nummer van de opdracht dient weg te laten (en s.v.p. een
spatie tussen elk vijftal). Uw oplossing zou dus bijvoorbeeld kunnen
luiden: Oplossing Máxima van Buren-Zorreguieta: abcda bcdab cdabc
dabcd. |
Inmiddels is de
uitslag bekend:
1. Tj. Harmsma (2 fouten): 100 euro 2. W. Ludwig (3 fouten): 50 euro 3/4. B. de Harder (5
fouten): 12,50 euro Een opmerkelijke gedeelde derde plaats voor Oekraïner Yuskewitch. Een geheel Nederlandstalige quiz en enkele specifiek op het Nederlandse damleven geënte vragen weerhielden hem niet van het bereiken van deze opvallende klassering. De prijswinnaars: proficiat en alle deelnemers bedankt voor het inzenden! |
||
© Eric van Dusseldorp, Utrecht, 2002 |
Vraag 1
Dit probleem eindigt met een witte dam. Op welk veld eindigt die dam op het meest ultieme moment? a.
3 Op het meest ultieme moment eindigt de witte dam natuurlijk niet op 5, maar op één van de velden 14/19/23/28/32/37/41/46. Maar omdat strikvragen nou eenmaal niet op prijs worden gesteld, en bovendien bijna iedereen er in tippelde en omdat het toch niet uitmaakte voor de verdeling van de prijzen, heb ik besloten naast antwoord d ook antwoord c goed te rekenen.
|
Vraag 2 Hoe heet de enige Haïtiaanse jeugdwereldkampioen dammen uit de geschiedenis? a.
Bernard Robillard De legendarische dammer uit Haïti Raymond Saint-Fort maakte in het Wereldkampioenschap van 1960 furore door op de vierde plaats te eindigen. Weliswaar achter Tsjecholew, Baba Sy en Koeperman, maar vóór alle Nederlandse grootheden. Paul Germain komt oorspronkelijk uit Haïti, is met een of ander internationaal (Suiker?-)toernooi naar ons koude kikkerlandje gekomen, is hier blijven 'plakken' en damt nog steeds. De naam Maurice Duvalier is aan mijn fantasie ontsproten. Ook geen familie dus van de beruchte 'Papa Doc' en 'Baby Doc', voormalige Haïtiaanse dictators. Wijlen Bernard Robillard blijft dus over. Hij won eind jaren zeventig eens verrassend de prestigieuze hoogste titel bij de junioren. Hoe zou het tegenwoordig zijn met het dammen in Haïti? (Op het andere deel van het eiland Hispaniola, de Dominicaanse Republiek, blijkt verrassend sterk te worden gedamd...)
|
Vraag 3 Welke dammer heeft aan vele internationale toernooien deelgenomen, maar nog nooit één punt gescoord? a.
de Zwitser Forclaz Graaf de Descallar was een dammende exoot, maar hij heeft niettemin best nog wel wat punten gepakt in diverse internationale toernooien. Hetzelfde geldt voor Don Kandane, die zelfs Hans Jansen eens een punt wist te ontfutselen. Forclaz won, maar nu reproduceer ik even uit het blote hoofd, als hekkensluiter eens in de laatste ronde van de Canadees Dagenais, waardoor deze laatste geen wereldkampioen werd. (WK 1952?) Feldl speelde in de jaren '60 en '70 vele tientallen partijen in internationale toernooien, maar is nog nimmer op het behalen van één punt betrapt. Verslinders van het boek 'Ton Sijbrands, dammer' kennen ongetwijfeld de gedetailleerde uitslagenlijsten met Feldl steevast puntloos op de laatste plaats. Nog meer uitsluitsel geeft het onvolprezen 'Turbo Dambase' van Klaas Bor: Feldl, overigens een vriendelijke man die goed zijn talen beheerste, mag zich (officieus) uitroepen tot de zwakste dammer aller tijden. |
Vraag 4 Hieronder ziet u een zgn. Turkse slag of Coup Turc. Waar komt deze naam vandaan?
a.
van de Turkse variëteit van het damspel, waarin dit slagprincipe vaak
een rol speelt Alleen
was Turc geen 19-eeuwse, maar 18-eeuwse Fransman (met dank aan Wouter
Ludwig). Sergej Yuskewitch
poneerde overigens een interessante 'dissenting opinion' en legde een
parallel tussen Mozart's Turkse Mars en de Turkse slag. |
Vraag 5 Wereldkampioenen hebben altijd invloed gehad op het spel van de gewone dammer. Ooit was er een wereldkampioen die het randspel propageerde, een speelwijze die door sommige oudere dammers nog wordt toegepast. Wie was hij? a.
Maurice Raichenbach Vooral
in zijn begintijd propageerde Raichenbach het randspel, tot en met een
vroege ruil naar 21 (27-21 etc.) aan toe. Later is hij daar enigszins
van terug gekomen. Bron: bijvoorbeeld het boek over de WK-match tussen
Raichenbach en Springer 1937. |
Vraag 6 Wie naar Thailand op vakantie gaat, komt tot de conclusie dat er overal in de openlucht gedamd wordt. Wat valt op, in vergelijking tot wat we in Nederland/België gewend zijn? a.
dat er met coladoppen gedamd wordt Gewoon een kwestie van derest van mijn site bekijken. En dat bleek iedereen ook te hebben gedaan (niet ten onrechte overigens).
|
Vraag 7 De laatste grote krachtmeting tussen mens en computer was de tweekamp tussen de Senegalese grootmeester Samb en 'Buggy', het computerprogramma van de Fransman Nicolas Guibert. Hoe liep die tweekamp af? a.
Samb won met een klein verschil http://www.buggy-online.com
|
Vraag 8 Na
de opening 1. 31-27, 19-23; 2. 33-28, 17-21; 3. 28x19, 14x23; 4. 39-33,
10-14; 5. 33-28, 5-10; 6. 28x19, 14x23; 7. 44-39 is de zet 10-14
foutief, in tegenstelling tot de voortzettingen 9-14, 11-17, 12-17,
13-19, 21-26, 20-24 en 20-25 die in beginsel wel correct zijn.
Toch is 10-14 in de damhistorie best nog wel een aantal malen gespeeld. Hoe vaak? a.
het meest van allemaal Het Zetje van Lochtenberg kan men beschouwen als het meest verraderlijke openingsslagzetje dat er is. Zelfs ervaren spelers met een hoge rating vliegen er nog wel eens in. Volgens Turbo Dambase is (10-14) de op één na meest gespeelde voortzetting (na 21-26).
|
Vraag 9 Waar komt de naam 'Bomzet' vandaan? a.
de Bomzet is genoemd naar de ex-kampioen van Nederland Jan Bom, die dit
slagprincipe in diverse NK-finales meerdere malen heeft toegepast Ik heb de 'bomzet' nog juist met een hoofdletter geschreven om de oplossers op het verkeerde been te brengen, maar het mocht niet baten...
|
Vraag 10
De binding: zwarte schijf op 45, witte schijf op 50 noemt men ook wel a.
het Sargin-detail Volgens
mij heeft Ton Sijbrands deze benaming ooit in een van zijn
Volkskrant-rubrieken geïntroduceerd. |
Vraag 11 Hoeveel Amerikanen zijn er, op een willekeurig moment van de dag, via Internet on-line met elkaar aan het dammen (volgens de Anglo-Saksische variant: checkers)? a.
meestal minder dan 10 Op
allerlei Amerikaanse spelletjessites, waaronder die van Yahoo. |
Vraag 12 Welke problemist had, gezien zijn publicaties en artikelen, een grote passie voor damproblemen eindigend op het langelijnmotief (46-5 motief)? a.
Jan Pennings Deze inmiddels overleden Bosschenaar was auteur van de vijfdelige serie '4650 problemen op het 46/5 motief' en was bovendien jarenlang redacteur van het 46/5-hoekje in Dam Eldorado. Problemist Yuskewitch loopt in!
|
Vraag 13 De match om de wereldtitel tussen de Nederlander Ton Sijbrands en de Rus Andris Andreiko in 1973 had een slechte publiciteit. Wat was hiervan de oorzaak? a.
voortdurend onsportief gedrag van Andreiko De
term remise-misère (leuk woord voor de liefhebbers van anagrammen) deed
zijn intrede. |
Vraag 14 Hoe vaak heeft Wiersma, in een match om de wereldtitel, zijn tegenstander Gantwarg met de cijfers 22-18 verslagen? a.
0 keer Harm
won eens met die cijfers door vier keer van Gantwarg te winnen en twee
keer te verliezen. Later won hij slechts twee partijen maar bleef hij
ongeslagen.
|
Vraag 15 Bij Vinco Online Games kunnen verschillende variaties op het damspel worden gespeeld. Welke echter niet? a.
Spaans dammen |
Vraag 16 Een ex-wereldkampioen schreef eens in een partij-analyse over een dammer: "Ziet deze man dan ook werkelijk helemaal niets?" Wie was die ex-wereldkampioen? a.
Piet Roozenburg De
lastigste vraag. Roozenburg en Wiersma kunnen dit nooit
geschreven hebben en hebben dit ook nooit gedaan. Van der Wal
zou dit opgetekend kunnen hebben, maar van hem is een dergelijk citaat
onbekend. Het is Ben Springer die deze onverbloemde zinsnede eens
uit zijn pen liet vloeien in een heel oud nummer van het Damspel. |
Vraag 17
De slotstand: wit dam op 48, zwart schijf op 38, zwart aan zet, geldt in de huidige tijd als: a.
onscherp bij een damprobleem, scherp bij een eindspelcompositie Eindspelcomponisten zien deze slotstand als scherp, omdat er sprake is van een ultiem krachtsverschil tussen de witte dam en het zwarte stuk. (Een dissident als wijlen P. Groenewold beschouwde deze stand overigens wel degelijk als onscherp.) Problemisten
kijken er anders tegen aan. Na 38-42 kan wit naar verschillende velden
slaan en datzelfde geldt ook voor 38-43. Volgens de Scherpe Regels is
dat onscherp. Dissenting opinions zijn hier echter ook. Topproblemist
Hein Wilsens beschouwt een dergelijke oppositie als 'punt uit'. Zelf heb
ik me echter nooit aan dit soort slotstanden willen bezondigen. |
Vraag 18 Tijdens het Bijlmertoernooi 2001 werd er in de hoofdgroep door de diverse topdammers lustig op los gescoord. Eén speler bleef ongeslagen. Wie? a.
Kees Thijssen Surf
naar:
|
Vraag 19 Wie van de volgende vier grootheden uit de regio Amsterdam heeft nooit opgetreden als internationaal arbiter? a.
Jan Heijtel De
Schaap was een verzamelaar van allerhande damliteratuur. Als arbiter
is hij nooit opgetreden. |
Vraag 20 Vele
grootmeesters hebben in de loop der jaren hun naam aan een speelwijze
verbonden. Men denke bijvoorbeeld aan de Springer-contra-attack, de
Ghestem-doorstoot en de Roozenburg-opstelling. a.
Sijbrands Van
Wiersma kennen we het Wiersma-tegenoffer na het Drost-offer
(het laten vallen van schijf 23 om de witte schijf op 27 aan te
vallen) van de Roozenburg-variant. |
Terug
naar Erics damsite
Back to main page (English)
Retour (Français)
Zurück (Deutsch)
Página
anterior (Español)
Voltar atrás (Portuguesa)
Bai bek (Papiamento)
Ritorno (Italiano)
Powrót
(Polski)
Возврат
к главному
меню
Ērika
dambretes saits
Eriko šaškių svetainė
ถอยห่างที่หน้าที่สำคัญ