Gekwelde Luteijn blijft maar winnen

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

Het belangrijkste individuele damtoernooi in Nederland is zonder twijfel de finale om het kampioenschap van Nederland. En wat is dan het op één na belangrijkste toernooi? Precies, de halve finales van datzelfde kampioenschap.

De halve finales, die steevast in de eerste twee maanden van het jaar worden gehouden, hebben natuurlijk maar één doel: plaatsing voor het eindtoernooi dat uiteindelijk de nieuwe Nederlandse kampioen moet gaan opleveren.

 

Toch zijn er spelers die graag halve finales spelen, maar niet zo nodig op het hoogste podium hoeven. In het weekend een of twee partijen op een goed niveau spelen is leuk, maar twee weken achtereen een toernooi spelen is voor sommigen iets teveel van het goede.

Frits Luteijn, de kersverse penningmeester van de werelddambond, is zo iemand. In groep 2 staat de Hagenaar in hart en nieren fier bovenaan met 10 punten uit 6 partijen en lijkt hij, met nog 3 duels te gaan, zo de finale binnen te glijden. Maar of hij daar blij mee is? Helemaal niet. De dammer van Van Stigt Thans klaagt op internet steen en been over iedere alweer gewonnen partij.

 

Zo schreef hij letterlijk: “Het gaat niet erg naar wens in de halve finales. Iedereen die het weten kan heeft mij verteld, dat ik er totaal geen rekening mee hoef te houden, dat ik mij plaats voor het Nederlands kampioenschap. Daar ben ik dan ook vanuit gegaan bij mijn vakantieplanning. Kennelijk heb ik het niet aan de goede personen gevraagd, want inmiddels ga ik aan de leiding in mijn groep. Een moment van onoplettendheid en je hebt al een ongewenste uitslag.”

 

En een week later: “Ook vandaag wilde het niet lukken om de gewenste uitslag op het bord te krijgen. Ik ga nu met 7 uit 4 geheel onbedoeld aan de leiding.” En na een nieuwe ongewilde winstpartij: “De situatie in de halve finales ontwikkelt zich onveranderd zorgelijk.” En een dag later: “Vandaag sloeg het noodlot andermaal toe.”

 

Gelukkig wordt de arme, gekwelde Luteijn af en toe aangemoedigd. Bijvoorbeeld door zijn clubgenoot Peter van der Stap: “Kom op Frits, de derde plaats is nog steeds haalbaar.” Voor de goede orde: alleen de eerste twee per groep gaan naar de finale.

 

Het is maar goed dat er af en toe wat humor is in de damwereld…

 

Een paar fragmenten.
 

Wit: T. v.d. Krol – Zwart: J. Lemmen

 

 

 

Zie diagram. Zwart speelde 32. . ., 14-20; 33. 25x14, 9x20; Een soort halve lokzet, omdat 30-25 in het oog springt. Dan was echter gevolgd: (27-32!!) en wit kan op drie manieren slaan. Op 38x27 wint simpel (13-19); op 37x28 volgt (16-21) 25x14 (18-23) 28x8 (22-27) 31x22 (17x46) 26x17 (11x22)  8x28 (46x10) en op 25x14 wint (22-27) 37x28 (18-23) 28x8 (16-21) etc.

In de partij won zwart in de aanval. 34. 44-39, 18-23; 35. 30-25, 13-19; 36. 25x14, 19x10; 37. 33-29, 23x34; 38. 39x30, 10-14; 39. 43-39, 14-19; 40. 38-33, 3-9; 41. 49-44, 9-14; 42. 30-25, 15-20; 43. 42-38, 19-23; 44.37-32, 20-24; 45. 32x21, 16x27; 46. 41-37, 11-16; 47. 44-40, 6-11; 48. 40-35, 12-18; 49. 37-32, 16-21; 50. 39-34, 11-16; 51. 33-28, 22x42; 52. 31x13, 42-47;  53. 34-30, 47-38;  54. 30x28, 38x4. 0-2

 

Wit: E. van Hierden – Zwart: P. Steijlen

 

 

Zie diagram. 26. 37-32?,. . . Zwart won nu door 26. . ., 17-22; 27. 28x17, 14-19; 28. 24x22, 8-13; 29. 17x19, 26x46.

 

De oplossing van de opgave van vorige week van P. Kuijper (wit: 23, 28, 29, 32, 33, 37, 38, 39, 40, 42, 44, 46, 49 / zwart: 10, 11, 12, 13, 17, 18, 20, 22, 24, 26, 30, 35, 36, 41) luidt: 31, 37, 40 (34), 40 (29), 31 (27), 21 (26), 19 (44) 40, 4 (34, 45), 32 motief Kees van der Kuilen 1940 (31) 27, 50.

 

Ook de nieuwe opgave is van P. Kuijper uit Hoorn. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

 

 

Terug naar damrubrieken