Coup Hilberink eindelijk ontsloten

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

Toen Guido van den Berg, speler van Van Stigt Thans 2 en lid van de bondsraad van de KNDB, een partij van ‘het eerste’ op zijn computer naspeelde, kwam hij tot een opmerkelijke ontdekking.

 

Het gaat hier om de partij tussen Anton van Berkel en Tomasz Miksa, ereklassewedstrijd Van Stigt Thans – Witte van Moort.

 

Zwart: T. Miksa – Wit: A. van Berkel

 

Na de openingszetten 1. 32-28, 17-22; 2. 28x17, 12x21; 3. 34-30, 7-12; 4. 40-34, 21-26; 5. 45-40, 1-7; 6. 38-32, 16-21??; ontstaat de stand van diagramstand.

 

 

 

 

 

Geef aan een topspeler of subtopper of zelfs een dammer met een rating van 1200 of meer de opdracht ‘Wit speelt en wint’ en binnen vijf seconden komt hij op de proppen met 31-27! (11-16) 37-31 (26x28) 33x22 (21x32) en nu de verrassende doorstart 22-17! (12x21) en 30-24 met altijd dam op 1.

Anton van Berkel werd ooit tweede van Nederland en is de huidige wereldrecordhouder simultaandammen. Hij is dus een topspeler. Toch miste hij het eenvoudige zetje, eigenlijk een kleine forcing, volledig en vervolgde met 7. 42-38?? maar wist de partij later nog wel op een ‘gewone’ manier te winnen.

 

Hoe komt het toch dat zo’n crack als Van Berkel een dergelijke simpele wending mist? Voor een antwoord op die vraag is een uiterst summiere verhandeling over de werking van de hersenen vereist: wat een mens ooit meemaakt of ziet, slaat hij ergens in zijn hersenen op. Omdat een dammer nu eenmaal een mens is, geldt dat voor hem eveneens. Dus ieder zetje of offer of wat dan ook dat hij in een partij, maar ook in een publicatie of op internet, ziet, slaat hij op in zijn ‘database’. Die ‘database’ is gedurende een partij die hij speelt doorlopend langs ingenieuze kanalen beschikbaar waardoor hij zich niet zo snel zal laten verrassen door iets dat hem ergens bekend is.

Het probleem met het getoonde zetje is evenwel, dat het nog nooit is uitgevoerd en zelfs nog nimmer is beschreven als een ‘mogelijkheid’. Een volstrekt nieuwe wending dus. En daarom is het niet zo verwonderlijk dat Anton van Berkel er werkelijk geen seconde naar gekeken heeft.

 

Maar het verhaal is nog niet voorbij. Van den Berg zocht in Turbo Dambase, een computerbestand met meer dan 300.000 partijen, naar voorgangers. Welnu, de exacte stand van dia 1 heeft zich verder nog nooit voorgedaan, maar met een kleine wijziging wel. Plaats daartoe schijf 30 op 29 of vervang de derde witte openingszet door 34-29. Voor de forcing maakt dat niets uit. En wat blijkt: deze stand is vier keer eerder voorgekomen en de wending is alle keren gemist. En dan hebben we het over de partijen W. Sjtsjogoljew (!) – V. Rejc, M. Durdyev (!) – M. Linssen, J. Kos – K. Bor en A. Getmanski (!) – S. Bonadikov. Inderdaad, drie internationaal grootmeesters onder wie een voormalig wereldkampioen vergaten het zetje te nemen.

 

Einde verhaal? Nee, want Rein Halbersma, een dammer uit het noorden van het land, groef nog wat dieper in de materie en kwam het volgende duel tegen:

 

 

 

/Diagram 2: Cijferstand:

wit: 25, 30, 31, 32, 33, 36, 37, 38, 39, 40, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49,

zwart: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 

 

 

W. Wirny – A. Tsjizjow

1. 32-28, 19-23; 2. 28x19, 14x23; 3. 37-32, 10-14; 4. 41-37, 17-21; 5. 34-29, 23x34; 6. 39x30, 11-17; 7. 44-39, 7-11; 8. 50-44, 1-7; 9. 30-25, 13-19; 10. 35-30??

 

Zie diagram

 

 

 

10. . ., 8-13??; en later remise.

Het is bijna niet te geloven, zelfs de beste dammer ter wereld, tienvoudig wereldkampioen Alexej Tsjizjow, ging volledig aan het zetje voorbij. En zijn tegenstander Wadim Wirny, ooit tweede van de wereld, natuurlijk ook.

 

Is er dan echt helemaal niemand die deze forcing in de partij ooit heeft onderkend? Ja, toch wel. Die eer komt toe aan Herman Hilberink, een speler die normaal gesproken in het tweede van Witte van Moort uitkomt.

 

Zwart: R. Boulonois – Wit: H. Hilberink

Een competitiepartij uit 1994. 1. 34-30, 17-22; 2. 40-34, 11-17; 3. 45-40, 6-11; 4. 33-29, 20-25; 5. 50-45, 1-6; 6. 38-33, 22-27; 7. 32x21, 17x26; 8. 42-38, 16-21; 9. 38-32, 14-20??; 10. 31-27 en nadat de zwartspeler de merites van deze vreemde zet had doorgrond vervolgde hij met 10. . . 10-14 en liet de schijf dus lopen. Opmerking: deze combinatie is iets eenvoudiger omdat na 29-24 de keuzeslag ontbreekt. Het oog valt er dan wellicht eerder op.

 

Ondanks deze kleine kanttekening is er overigens alle reden om in het vervolg te spreken van de ‘Coup Hilberink’!

 

 

Terug naar damrubrieken