Zeldzame nederlaag Baljakin

 

Eric van Dusseldorp

Een wereldtopper in je team opnemen is een goed idee. Een beter idee is: twéé wereldtoppers opnemen. Toen het voor Damclub IJmuiden in de jaren tachtig van de vorige eeuw mogelijk was om zowel Ton Sijbrands als Rob Clerc te contracteren werd het team prompt landskampioen. En dat terwijl de overige acht spelers slechts van gemiddelde ereklassesterkte waren. Het neutraliseren van een 4-0 achterstand bleek voor veruit de meeste tegenstanders een onmogelijke opgave.

Dit jaar heeft het eerste tiental van damclub Huissen, dat al een groot aantal jaren Alexander Baljakin in de gelederen heeft, zich versterkt met de Letse ex-wereldkampioen Guntis Valneris. Met zo’n team, en de wetenschap dat Gérard Jansen, speler uit eigen teelt, natuurlijk ook een wereldtopper is, kan het natuurlijk niet meer misgaan en dat gaat het ook niet. Met nog drie rondes voor de boeg staat Huissen vijf punten voor op de concurrentie en de landstitel kan eigenlijk niet meer worden verspeeld.

Alexander Baljakin heeft -eigenlijk opmerkelijk genoeg- nooit de wereldtitel kunnen bemachtigen, maar hij is -de cijfers tonen het aan- ongetwijfeld ’s werelds beste competitiespeler. Monsterscores haalt hij altijd in de Nederlandse competitie, zonder ook maar één partij te verliezen. Althans, dat was zo tot aan 29 november van het afgelopen jaar. In de wedstrijd Huissen - Meurs Denk&Zet Culemborg vond het volgende memorabele duel plaats.

 

Zwart: Alexander Baljakin – Wit: Boudewijn Derkx

1. 32-28, 18-23; 2. 38-32, 12-18; 3. 31-27, 7-12; 4. 43-38, 20-24; 5. 49-43, 14-20; 6. 37-31, 10-14; 7. 41-37, 5-10; 8. 46-41, 1-7; 9. 34-29, 23x34; 10. 40x29, 20-25; 11. 29x20, 15x24; 12. 31-26, . . . Het alternatief, de Hoogland-aanval met 27-22, leidt tot heel ander spel.

12 . . ., 18-23; 13. 37-31, 10-15; 14. 41-37, 14-20; 15. 44-40, 13-18 (!?); Deze op het eerste gezicht vreemde zet is een ‘vondst’ van Baljakin. Zwart laat allerlei hakken en zelfs een

(zeer) tijdelijk schijfverlies toe. 16. 28-22 , . . . Deze actie is allerminst verplicht, maar er gaan vier koppels schijven van het bord. De piepjonge Nederlander was toch niet met een winstopdracht tegen Baljakin achter het bord gaan zitten . . . 16 . . ., 17x28; 17. 33x13, 9x18; 18. 27-21, 16x27; 19. 31x13, 3-9; 20. 38-33, 9x18; De bedoeling van het toelaten van de ruilen is duidelijk: zwart wint er flink wat tempi mee. Toch toont Boudewijn Derkx aan dat wit met een goede opbouw allerminst minder hoeft te staan. 21. 42-38, 8-13; 22. 47-42, 4-9; 23. 37-31, 11-17; 24. 31-27, 2-8; 25. 33-28, 6-11?; Maar dit kan de zwarte stand niet trekken. Natuurlijk wilde Baljakin hoe dan ook winnen maar onderschatte hij het grote talent van zijn tegenstander. Aangewezen was de ruil (18-22) met ongeveer gelijk spel. 26. 39-33, 24-29; 27. 33x24, 20x29; 28. 40-34, 29x40; 29. 45x34, 9-14; 30.42-37, 11-16; 31. 36-31, 14-20; 32. 43-39, 20-24; 33. 48-43, 24-30; 34. 35x24, 19x30; 35. 28x19, 13x24; 36. 38-33, 15-20; 37. 33-28? Aangewezen was 43-38 met voordeel. 37 . . ., 8-13?; De ex-Sowjetdammer grijpt weer mis. Na het offer (16-21) 27x16 (18-22) is er weinig aan de hand en zal het remise lopen.

38. 43-38, 30-35; 39. 50-44, 13-19; 40. 28-22, 17x28; 41. 32x14, 20x9; De Culemborger heeft goed gezien dat zijn algemene bordoverwicht zwaarder weegt dan de hangschijf op 31. 42. 38-33, 9-13; 43. 37-32, 7-11; 44. 32-28, 11-17? Na afloop vonden de analysatoren dat er op dit moment nog een -inmiddels onverdiende- remise mogelijk was met het niet voor de hand liggende (12-17). Na 44-40 (35x44) 39x50 (13-19) 34-29 (19-23) 28x30 (25x23) 50-44 (17-22) 33-28 (23x21) 26x6 (22-28) 6-1 (18-22) wordt het nog net remise. Deze derde fout van Baljakin is er één teveel en de witspeler laat zijn grote opponent niet meer glippen. 45. 44-40, 35x44; 46. 39x50, 13-19; 47. 34-29, 19-23; 48. 28x30, 25x23; 49. 50-44, 16-21; 50. 27x16, 18-22; 51. 31-27, 22x31; 52. 26x37, 12-18; 53. 44-39, 18-22; 54. 37-31, 23-28; 55. 33-29, 28-32; 56. 39-33, 22-28; 57. 33x11, 32-38; 58. 11-6, 38-42; 59. 31-26, 42-48; 60. 29-24, . . . en de zwartspeler had zijn eerste competitienederlaag geleden. Pas een maand later, toen Boudewijn Derkx in het Italiaanse Triëste wereldkampioen bij de junioren werd, was het voor Baljakin duidelijk hoezeer hij zijn tegenstander had onderschat!

Een leuke opgave voor de huisdammers, afkomstig uit de partij F. Fennema - F. de Koning. Zie diagram 2. Na (12-17?) won wit door een overigens stokoude typeslagzet.

 

 

Terug naar damrubrieken