Ideale stand en toch verliezen

Eric van Dusseldorp

 

Wie een mooie flankaanval heeft met een aardige tempowinst en zonder achtergebleven schijven staat bijna altijd goed. Voor klassieke standen gelden andere wetten. Je kunt `lekker naar voren staan` (tempowinst) en bovendien een ideale positie hebben met elke schijf in principe op de juiste plek, en dan toch slecht of zelfs verloren staan. Het overkwam Alex van Prinsenbeek tijdens de vierde ronde van de kwalificatiewedstrijden om het kampioenschap van Nederland. Van Prinsenbeek leek de hele partij aan de leiding te gaan, maar het optische voordeel sloeg niet door. Met sterk spel wist opponent Leo van der Laan de bordjes totaal te verhangen.

Wit: L. van der Laan - Zwart: A. van Prinsenbeek

 


Zie diagram. Een boeiende laatklassieke stand met zwart aan zet. Zwart heeft de ideale formatie, wit heeft een achtergebleven schijf op 41 maar daarnaast een behoorlijke achterstand in ontwikkeling. Zoals geschreven is een voorsprong in ontwikkeling dikwijls erger dan een achtergebleven schijf.

Volgens Turbo Dambase is de stand vier keer eerder voorgekomen. Twee keer won de speler met de achtergebleven schijf, twee keer werd het remise.

Wat is, met zwart aan zet, de stand waard? Computerprogramma Kingsrow komt al snel met het antwoord: wit staat huizenhoog gewonnen. Er volgde
48..., 17-22; 49. 28x17, 21x12; 50. 33-28,...

Een bekende blunder in dit soort standen is (23-29?). Wit wint dan snel door eerst 27-21 en dan 28-23.
Een andere poging, (24-29) om met Dussaut te rommelen voldoet niet: 39-33 (12-17) 33x24 (16-21) 27x16 (18-22) 24-20 (22x31) 20x29 (31-37) 41-36 (37x28) 29-23 en wit gaat winnen.

Zwart speelde dus
50..., 12-17; Nu wint het thematische 38-33. Ook 39-33 blijkt gewonnen: (17-21) 41-36 (23-29) 28-23 de enige (19x39) 30x10 en omdat (39-44) verliest door een grote klapper en zwart anders te veel moet offeren, wint wit.

51. 30-25?,... Misschien dacht de dammer van Damvereniging Soest-Baarn dat het zo ook wel lukt, maar dat is niet zo.
51..., 16-21; 52. 27x16, 18-22; 53. 25-20 nog de enige kans, 53..., 22x31; 54. 20x20, 31-36?;
Maar nu wint het weer voor wit. Ook (31-37) verliest en wel door 41-36 en 20-15, maar na (19-24!) 20x29 (31-37) wint wit niet meer.

55. 41-37, 26-31; 56. 37x26, 36-41; 57. 20-15, 41-46; 58. 32-27, 19-24; 59. 27-21, 46-23; 60. 21x12, 23x1; 61. 15-10,… en zwart gaf het op.

Wit: E. de Jager – Zwart: F. Andriessen  

 

Zie diagram. Een principiële kvo-partij van de jonge, talentvolle Frerik Andriessen. Slim speelde hij 30…, 14-20!;

Nu is 30-25? verhinderd door het fraaie (18-22!) 25x23 (22x42) 38x47 (17-22) 26x28 (13-18) 23x12 (11-17) 12x21 (16x49). Er volgde 31. 37-31?,…, maar nu gaat wit last krijgen van het gat op 37. Aangewezen is 36-31.

31…, 2-8!; Nu volgt op 30-25 (18-22!) gevolgd door (22-28), (17x46). En op 41-37 wint (20-25!) en na 39-34 zit juist wit in een dodelijke opsluiting. 32. 45-40 (armoe), 20-25; 33. 40-34, 9-14!; 34. 41-37?,… Dit verliest op slag. Na 33-28 moet zwart nog heel wat bewijzen. 34…, 24-29!; 35. 34x12, 25x34; 36. 39x30, 13-18; 37. 12x23, 19x48; en wit gaf het op.

Oplossing vorige opgave (A.P. de Zwart, wit: 28, 30, 31, 32, 34, 37, 38, 39, 41, 42, 43, 44 / zwart: 7, 9, 10, 12, 13, 18, 19, 23, 25, 29, 35): Winst door 28-22 (18x47) 44-40 (35x33) 32-28 (23x41) 34x3 (25x34) 3x16. Wit dreigt nu 38-32 etc., dus zwart heeft niet beter dan (41-46). Nu volgt eveneens 38-32 en na (47x49) 32-27 (49x21) 16x5 staat het langelijnmotief op het bord.

De nieuwe opgave is van de hand van Adrie Geurts. Wit heeft een schijf meer, maar dat zegt nog niet alles. Wit wint door een lichte forcing, eigenlijk is het een actie-tegenactieprobleem. Voor de gevorderde dammers is het standje van het blad op te lossen. Zie diagram. Wit begint en wint.

 

Terug naar damrubrieken