Win eens een gewonnen stand

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

Niets is zo moeilijk als het winnen van een gewonnen stand. Dat ondervond Sven Winkel in de eerste ronde van het kampioenschap van Nederland.

 

Zwart: Sven Winkel – Wit: Leopold Sekongo

Zie diagram.

 

 

Na een sterk gespeeld middenspel heeft zwart eigenlijk alles in handen. Het enige wat wit nog rest is een beetje vervelend lopen doen rond schijf 24, mogelijk in combinatie met enkele andere finesses. Eigenlijk is dit een heel leerzame stand voor trainingen: hoe wint zwart deze vrijwel gewonnen stand? Zwart heeft een heel overzichtelijk plan: zorgen dat 44-40-34-29 wordt beantwoord door het meerslagje (22-27) [de slag 33x4 is dan al lang uit de stand!] 33x31 (24x44).
Een variant (aangegeven door ex-kampioen van Nederland Wieger Wesselink): (17-21!) 26x17 (12x21) 44-40 (8-13) 40-34 (14-19!) en zwart zal toch wel winnen?!
Toch bedierf de zwartspeler nog niet zoveel met het gespeelde
36... 9-13; Er volgde 37. 36-31, 17-21; 38. 26x17, 12x21; 30. 44-40, 13-19; 40. 40-34, 19-23; 41. 47-42, ...
Zwart vervolgde met het onhandige 41..., 7-12 -eigenlijk wonderlijk dat een rekenbeest als Sven Winkel de diagramstand niet gewoon wint- en Sekongo kon het partijverloop forceren en met een slim offer remise maken. In plaats van (7-12) is (7-11) flexibeler [Ook (8-13) is een optie] en het is niet duidelijk hoe wit remise kan maken. Het einde van de partij was: 42. 42-38, 12-18; 43. 38-32, 8-12; 44. 31-26, 12-17; 45. 34-30, 14-19; 46. 25-20, 24x15; 47. 30-24, 19x30; 48. 35x24, 21-27; 49. 32x12, 18x7; 50. 37-31, 22-27; 51. 31x22, 28x17; 52. 39-34, 7-12; en de spelers kwamen remise overeen.

Michiel Kroesbergen, debutant in het NK algemeen, fungeerde in het toernooi als ‘rondeteller’ totdat hij in de laatste ronde verrassend Gerard Jansen wist te verslaan. Toch had hij in de elfde ronde al kunnen toeslaan.

 

Zwart: Jeroen van de Akker – Wit: Michiel Kroesbergen

Zie diagram.

 

 


Er staat een voor wit kansrijke hekstelling op het bord. In de partij volgde 33. 50-45, 14-19; 34. 30-24, 19x30; 35. 25x34, 23-28; 36. 37-32, 28x37; 37. 31x42, 22x31; 38. 26x37, ... en na deze vervlakking stond wit nog wel beter, maar zelfs een plusje vermocht er niet uit te rollen.
Beter is 39-34! Laten we mogelijke zwarte antwoorden eens bekijken.
I (13-19?) 27-21! (16x27) 25-20 (15x35) 34-29 (23x34) 33-28 (22x42) 31x2 (42x31) 2x43 met geheide winst voor wit.
II (14-19?) 34-29 (23x34) 30x39 en nu op (19-24) 50-44, op (19-23) 46-41 (23-28, want op 13-19: 27-21 en 33-29) 38-32! dus misschien is (17-21) 26x28 (18-22) 27x9 (8-13) en (12x34) met schijfverlies voor zwart nog de beste poging.
III (15-20?) 27-21 (16x27) 30-24 (20x40) 50-44 (40x49) 46-41 (49x32) 37x10 met dubbele doorbraak, maar ook 34-29 (23x34) 30x39 (20-24) 50-44 (14-19) 46-41 (19-23) 48-43 en nu (23-28) 38-32! of (23-29) 25-20 (14x25) 29x20 gaat winnen.
IV (23-28, nog de beste) en nu het onorthodoxe 38-32! (28x39) 34x43 en nu op (14-19) 43-38 (19-23) 30-24 en op (15-20) 50-44. Zwart zal dus een keer moeten offeren met (16-21) met nog enige compensatie.

Zwart: Leopold Sekongo – Wit: Auke Scholma
Zie diagram. Wit won toch wel, maar in plaats van 62. 38-43 was (38-27!) meteen uit geweest.

 

De oplossing van de vorige opgave. Zwart: 5, 7, 8, 9, 12, 29, 30, 34, 35, 36, 45 / Wit: 15, 16, 19, 20, 22, 25, 32, 38, 40, 41, 43, 44. De nestor van de problemisten, A.P. de Zwart uit Haarlem, laat wit als volgt winnen: 15-10 (5x23) 20-15 (36x47) 43-39 (47x6) 15-10 (34x43) 25x34 (6x50) 10-4 (35x44) 4x11 (29x40) 32-28 (23x32) 11-17 (12x21) 16x49!

De nieuwe opgave is een ‘oldie’ van wijlen Max Douwes. Zie diagram.

 

Terug naar damrubrieken