Kerstoploswedstrijd

Eric van Dusseldorp

 

Traditioneel organiseert de Kring voor Damproblematiek om de twee jaar een landelijke Kerstoploswedstrijd. Maar vanwege het succes van de vorige keer is besloten om in het vervolg ieder jaar zo’n wedstrijd te houden.

De befaamde nestor van de damproblematiek, Dirk de Ruiter uit Duivendrecht, is weer bereid gevonden om een viertal ongepubliceerde composities af te leveren. Zie diagram 1 tot en met 4.

 

 

 

 

Ter controle de cijferstanden:

Opgave 1: zwart: 2, 6, 10, 12, 20, 22 / wit: 11, 21, 23, 29, 31, 33

Opgave 2: zwart: 3, 8, 14, 16, 35, 36 / wit: 21, 22, 23, 24, 28, 29, 37

Opgave 3: zwart: 8, 10, 12, 15, 16, 22, 27, 34, 40 / wit: 17, 19, 21, 23, 28, 29, 32, 37, 38

Opgave 4: zwart: 9, 12, 13, 14, 15, 17, 22, 34, 36, 39, 40, 44 / wit: 25, 26, 28, 33, 35, 37, 38, 41, 42, 43, 48, 50

Voor alle standen geldt: wit begint en wint. Om de oplosser wat op weg te helpen, volgt hier wat informatie over de vraagstukken.

Het eerste probleem is een rustige binnenkomer die de partijspeler zal aanspreken. De gang naar de winst in de verschillende varianten is zo’n 7 à 8 zetten diep. Het tweede probleem is misschien wat lastiger. Afhankelijk van de zetten die zwart speelt zijn er twee hoofdvarianten mogelijk. Beide zijn uit na 8 zetten. Bij de derde opgave is er een hoofdrol voor schijf 19. Het bekende eindspelletje hoeft geen problemen op te leveren. Na 11 zetten is er een dam/schijf oppositie bereikt. Het vierde diagram biedt fraaie staaltjes problematiek. Wordt de auteursbedoeling gevonden, dan blijkt dat er meerslag in verwerkt is, dat de zwarte dam gedwongen moet slaan, dat zwart een laatste remisepoging onderneemt, maar dat wit dan een winnende minicombinatie uitvoert. Al dit moois is 12 zetten diep.

Ook als niet alle oplossingen gevonden worden kan men bevindingen insturen en meedingen naar de beschikbaar gestelde prijzen. De Problemist richt zich namelijk niet alleen op de ervaren oplossers, maar ook op beginnende oplossers en problemisten.

Oplossingen kunnen tot 15 januari worden gezonden naar: A. Schokker, Lomondlaan 18, 1060 PL Amsterdam. Mailen gaat natuurlijk sneller: zaschokker@hotmail.com

De oplossing van het vraagstuk van vorige week (auteur: Dick van den Berg, cijferstand zwart: 12, 13, 14, 16, 18, 20, 31 / wit: 15, 21, 23, 24, 29, 32, 33) luidt als volgt: 32-27 (31x22) 23-19 (14x34) 15-10 (20x38) 10-5 (16x27) 5-32!! en nu luidt de scherpste variant (38-43) 32x48 (22-28) 48-25 (28-33) 25-9 (18-23) 9-14 (23-29) 14-20 (29-34) 20x38 (34-40) 38-33 (40-45) 33-50. Een onverwachte ontknoping!

Als bladvulling een eindspelletje uit de bondscompetitie (partij Schuur-Bosgraaf).

Zwart: schijf op 26, dam op 31; wit: schijven op 20 en 32.

In de partij werd (31-36) gespeeld. Na 20-15 was het snel remise. Een eenvoudige, scherpe winst was mogelijk middels (31-4) 20-14 (26-31) 32-28 (31-36) 28-22 (4x27) 15-10 (27-32) 10-4 (32-27) 4x31 (36x27).

Terug naar damrubrieken