Jan van Tol 1923-2005

 

Eric van Dusseldorp

 

 

Begin maart overleed, op 81-jarige leeftijd, de beroemde damproblemist Jan van Tol, bijgenaamd ‘de subtiele tovenaar’. Meer dan vijftig jaar verblijdde de Rotterdammer de damwereld met originele vondsten in veelal klein bestek. Lange tijd deelde hij zijn hobby met zijn boezemvriend Theo van Prooijen, met wie hij samen de auteur was van honderden fraaie composities. Van Tol en Van Prooijen waren een beetje de Lennon&McCartney van de vaderlandse damproblematiek. Omdat ze steeds onder gemeenschappelijke auteursnaam publiceerden, kwam de buitenstaander er eigenlijk nooit achter wie nou eigenlijk de èchte auteur was, of althans het grootste aandeel in het resultaat had. Men zegt wel eens dat Van Tol meestal de ideeën leverde en dat Van Prooijen voor de gepolijste afwerking zorgde.

 

Na het overlijden van Van Prooijen in 1986 moest van Tol alleen verder. Dat ging hem goed af. Hij had, door de jaren heen, sowieso al het nodige op zijn eigen naam gepubliceerd.

 

Jan van Tol hield van kleine probleempjes met actie en tegenactie. Zie de stand van diagram 1.

 

 

 


Wit wint door 16-11 (17x6) 31-27 (32x21) 26x8 (3x12) 23-19 (14x23) 25x3. De eerste fase is voltooid. Wit staat op dam. Maar nu komt fase 2: een zwarte tegenactie, volstrekt gedwongen. (15-20) 29x7 (20x40). Hoe nu verder? 7-2 lijkt kansrijk, maar na (6-11), (1-7) en (40-44) is het remise, ook na 3-17 (44-50!). Wit wint echter door 3-12! Nu is (40-44) simpel verhinderd en na 40-45 volgt het thema waar het om draait: 12-40!! (45x25) 7-2 en het Guerra-motief is bereikt.

 
Ook in dia 2 gaat het niet zozeer om de combinatie in het begin, maar om wat erop volgt. 
 

 

Wit wint door 50-44! (40x29 de beste) 39-33 (29x27) 41x1. 
Het is duidelijk dat zwart maar over één zinnige actie beschikt: de plakker (36-41) 
Wit slaat verrassend 1x20 (25x14). Nu is 47x36 gewoon remise na (11-17). 
Het moet dus wel via 16x7 (41-46) en nu 7-2! (46x19) 47-41 (37x46) 2x5 en het oudste motief ter wereld, 
zó klassiek dat er geen naam aan verbonden is, staat op het bord! 
 

 
 
In dia 3 is het duidelijk dat de slag 25x3 eruit gaat rollen. Maar hoe dit (op een winnende manier) te realiseren? 
Wit maakt daartoe gebruik van keuzeslagen die eigenlijk geen keuzeslagen zijn, omdat ze het resultaat niet beïnvloeden. 
In de wereld van de problematiek spreekt men dan van ad libitum. Het gaat als volgt. 22-18 (29x49) 38-32 
(13x22 dus bijvoorbeeld) 23-19 (49x27) 21x32 (14x23) 25x1. Zwart heeft nu geen keus: (22-28) 16x7 (28x46) 1-6 (2x11) 
6x5 en het langelijnmotief staat weer op het bord. 
 

 
 
Van Tol hield niet zo van veel schijven en de stand van diagram 4 is dan ook opmerkelijk druk. 
Zoals zo vaak is de meest spectaculaire openingszet de winnende. 29-23! (28x37) 23x3 (20x29) 34x23. 
Zwart moet nu twee schijven slaan zonder dat er een enkelslag tegenover staat. Dit was lange tijd verboden, 
maar tegenwoordig neigt een aantal vooraanstaande problemisten naar een wat mildere benadering. 
(25x45) 44-40 (45x34) 15-10 (5x19) en er staat weer een standje op het bord waarin zwart nog wat mag proberen. 
(27-32, de enige) 38x27 (31x22) en hoe nu verder? Voor de hand ligt 19-24, maar dan volgt (26-31) en (37-41) met 
een nipte remise. Wit heeft evenwel nog een verrassing: 36-31! Nu volgt op (37-41) 19-13, op (37-42) het scherpe 
19-2, 23-18 en 2x47. Het grappigst is natuurlijk (22-28) 23x41 (26x46) 19-5! Jan van Tol ten voeten uit: tot het eind puntig.
 

 Terug naar damrubrieken