Psychologisch voordeel uitgebuit

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

De Rus Nikolai Gulyaev, die in het Franse Anduze de jeugdwereldtitel overnam van onze landgenoot Pim Meurs, geldt als een van de beloftes in de damwereld. Gulyaev, woonachtig in een van de koudste plaatsen op aarde (het Siberische Jakoetsk) speelt inmiddels al op grootmeesterniveau en maakt het gevestigde reputaties behoorlijk lastig. 

In Anduze had Gulyaev wat geluk met het altijd wat grillige Zwitserse systeem. Zo werd hij in de tweede en derde ronde gekoppeld aan Chinese dammers en aangezien ze in de Volksrepubliek nog maar amper een jaar dammen, was het binnenhalen van de winst voor de jonge Rus niet zo’n probleem. Hij nam zodoende een voorsprong op het ‘peloton’ en stond deze niet meer af.

 

De mooiste partij speelde hij in de vijfde ronde tegen concurrent Olexandr Malafeevsky.

 

Wit: N. Gulyaev – Zwart: O. Malafeevsky

 

1. 33-29, 17-22; 2. 31-26, 22-27; 3. 32x21, 16x27;

 

Deze openingsvariant is minder populair dan vroeger, omdat men er het in het algemeen over eens is dat vooral wit kansen krijgt.

 

4. 37-32, 11-16; 5. 32x21, 16x27; 6. 41-37, 27-31; 7. 36x27, 18-23; 8. 29x18, 13x31; 9. 46-41, 31-36; 10. 39-33, 12-18; 11. 44-39, 7-12; 12. 50-44, 9-13; 13. 38-32, 19-23; 14. 42-38, 4-9; 15. 35-30, 20-25; 16. 33-29, 14-19; 17. 40-35, 10-14; 18. 44-40, 1-7; 19. 30-24, 19x30; 20. 35x24, 5-10; 21. 39-33!, 14-20;

Op (14-19) volgt 26-21 en 21-17.

22. 33-28, 9-14; 23. 28x19, 14x23; 24. 38-33, 3-9; 25. 43-39, 7-11; 26. 48-43, 12-17?;

 

Er volgde een fraaie slagzet. Zie diagram .

 

 

 

27. 34-30!!, 25x34; (Want op 23x34 volgt 40x29 (25x23) 45-40 etc. dezelfde combinatie)  28. 39x30, 23x25; 29. 40-34, 20x27; 30. 47-42, 36x38; 31. 43x5, . . .

 

Er volgde nog 31. . ., 18-22; 32. 5-23, 22-27; 33. 23-29, 13-19; 34. 29-18 en zwart gaf het op.

 

Het tweede Nederlandse talent, Roel Boomstra, viel wel in de prijzen en behaalde een bronzen plak.

 

Wit: R. Boomstra – Zwart: J. Clement

 

 

Zie diagram.

Wit heeft duidelijk wat druk en dreigt te gaan ‘knijpen’. Maar alleen in psychologisch opzicht staat hij beter; met enig beleid kan zwart het helemaal gelijk houden.

 

33. 35-30, 14-19; (Iets logischer lijkt 13-19, maar er is nog niets aan de hand.) 34. 45-40, 8-12; 35. 40-35, 15-20; 36. 31-26, 12-18; (Wat koelbloediger is hier 6-11!; nu wordt de druk wel opgevoerd.) 37. 33-29, 7-11; 38. 38-33, 20-25; 39. 42-38, 3-8; 40. 43-39 (?!) (Objectief gezien is 29-24 hier sterker, met de -eventuele- mogelijkheid tot 34-29; de partijzet is echter de opmaat naar een snelle overwinning, maar alleen omdat zwart het grandioos verkeerd doet.) 40. . ., 9-14??;

De arme jonge Fransman zag het helemaal niet meer zitten. Na (17-22) dacht hij ongetwijfeld een schijf te gaan verliezen door 30-24 (22x31) 26x37 (19x30) 35x24 maar na (11-17!!) kan wit zijn plan helemaal niet winnend doorzetten, want op 33-28 volgt (18-22) 29x27 (17-21) 27x16 (6-11) 16x7 (8-12) 7x18 (13x31) met remise. En anders speelt zwart (17-22) en al het leed is geleden.

41. 30-24!, 19x30; 42. 35x24 en nu is het helemaal uit. Zwart offerde nog (25-30) maar kon daarmee de partij natuurlijk niet meer redden.

 

De oplossing van de vorige opgave van P. Kuijper (wit: 16, 25, 29, 30, 33, 34, 38, 39, 47 / zwart: 7, 8, 9, 12, 18, 21, 22, 27, 28) luidt: 23, 32, 18, 24, 1 motief: 39, 47, D1/23, 28,40 PK 2007 (45), 29 (32a), 29-33 (38), 42 (50), 38, 38 = schijfnaturel a (33), 42 (50), 38, 38 = schijfnaturel.

 

De laatste weken zijn heel veel bekende dammers, zowel in Nederland als in het buitenland, ons ontvallen. Een van hen is de Rotterdamse problemist Frits van Gaans, penningmeester van de Kring voor Damproblematiek. Hem gedenken we met een fraai, maar niet al te moeilijk probleem van zijn hand ter oplossing. Zie diagram. Wit begint en wint. Voor gevorderde dammers is het een bladprobleem.

 

 

 

Terug naar damrubrieken