Scherpe Regels nu gemeengoed

Eric van Dusseldorp

Nederland is ontegenzeggelijk de bakermat van de moderne damproblematiek. De z.g. ‘Scherpe Regels’, die in de periode tussen grofweg 1940 en 1970 hun definitieve vorm hebben gekregen, zijn niet alleen geaccepteerd maar ook geadapteerd door problemisten uit derest van de wereld, met name Frankrijk en landen van het voormalige Oostblok.

Een en ander ging niet zonder slag of stoot. In de ‘starre’ Sowjet-Unie hield men lange tijd vast aan de normen van de z.g. Kowritsjkin-school: spectaculaire slagsystemen vanuit redelijk natuurlijke standen, maar oneconomische slagen en slordige slotstanden met overtollig materiaal. Activiteiten van Nederlandse problemisten als Dr. Arie van der Stoep en Leen de Rooij hebben ertoe bijgedragen dat nu overal ‘onze’ scherpe regels worden gehanteerd, al zijn er soms kleine verschillen.

Als het gaat om internationale concoursen voor problemisten laat Nederland het al jaren min of meer afweten, zowel in kwantitatief als in kwalitatief opzicht. Bij de tien prijswinnaars van het afgelopen Open Concours van Litouwen, waarvan de uitslag zeer onlangs via Internet bekend is geworden, zit zelfs geen enkele landgenoot.

Bij de afdeling ‘miniaturen’, waarbij de juryleden 90 composities moesten beoordelen, deelden de Russen A. Nikolajev en D. Nikolajev gebroederlijk de eerste prijs. Diagram 1 toont de compositie van D. Nikolajev.

 

Wit wint door 16-11 (21x41a) 11x2 (41-47) 33-29 (24x42) 2x15 (36-41) 46x37 (42x31) 48-42 (47x38) 15x26. Op a (21x43) is het ook min of meer scherp na 11x2 (43-49) 33-29 (24x33) 2x38 (49x41) 46x37.

Een heel natuurlijke bewerking op een mooi motief. De a-variant geeft de compositie meerwaarde.

Een van de vier Nederlandse deelnemers was Drs. J. Bus en zijn vraagstuk afgebeeld op diagram 2 werd door de juryleden dr. S. de Bruijn (Nederland) en A. Hlasny (Polen) zeer hoog gewaardeerd. Het derde jurylid, S. Zilevicius uit Litouwen, draaide de compositie echter met een zeer lage beoordeling alsnog de nek om. Geen plaats bij de top drie, maar slechts een twaalfde plek voor de huisleverancier van deze rubriek.

 

 

Wit wint door 15-10! (5x14 gedwongen) 32-27 (21x23) 18x9 (3x14) 12x3 (26-31) 3x20 (31-37) 20-33! (11-16) 33-47 (16-21) 47-38! (21-26a) 38-47 (26-31) 47-36 (37-42) 36x22 (42-48) 22-39 en wint. A(21-27) 38x21 of x16 (37-42) 16/21-43 (42-48) 43-34 etc.

Litouwer B. Morkus won de afdeling ‘problemen’ met de stand afgebeeld op diagram 3. 

 

Er zijn twee minpuntjes: zwarts laatste zet (er moet 47-41 (24x35) gespeeld zijn) en de simpele schuifzet waarmee wit op dam komt, alhoewel problemisten uit ex-Sowjetstaten hier geen problemen mee blijken te hebben. Voor derest: een geweldig pandemonium. Wit wint door 6-1 (36x47) 48-43 (39x48) 50x30 (48x17) 22x2 (33x13) 1x42!! (19x48) 45x34 (35x24) 2x35 (48x30) 35x24 (47x20) 25x14.

Fraai is ook de compositie van de Fransman Alain Tavernier waarmee de vierde plaats werd behaald. Zie diagram 4. 

 

Wit wint door 32-28 (33x11) 16x7 (43x32) 37x28 (26x46) 47-41 (46x48) 7-1 (23x32) 1x43 (34x23) 43x15 (45x34) 49-43 (48x39) 15-29 (34x23) 25x43 met oppositie. Erg mooi en zelden vertoond is het moment dat de witte dam zich op veld 43 parkeert.

In het vraagstuk van twee weken geleden (auteur: Dick de Ruiter) ontbrak een zwarte schijf op 36. Daarom dit vraagstuk nog een keer in cijferstand. Wit: 16, 20, 25, 27, 30, 32, 38, 39, 42, 43, 44, 45, 47 /zwart: 5, 7, 8, 9, 13, 14, 18, 19, 23, 28, 29, 31, 34, 36. De opdracht blijft hetzelfde: wit speelt en wint.

Terug naar damrubrieken