Teveel ‘dingesen’ voor Koeperman

Eric van Dusseldorp

 

Juli is al sinds jaar en dag de maand van de twee grote vaderlandse zomertoernooien: The Hague Open en het Open kampioenschap van Nijmegen. En al sinds jaar en dag sluit het slot van het eerste toernooi naadloos aan op het begin van het tweede: diehards die er na een week intensief dammen nog geen genoeg van hebben gekregen kunnen de trein of de auto pakken en meteen in Nijmegen achter het bord gaan zitten om opnieuw zeven dagen te zweten. Er zijn er genoeg die het doen.

De organisatoren van beide toernooien klagen een beetje over het feit dat de Werelddambond (FMJD) in deze periode ook het kandidatentoernooi voor de strijd om de wereldtitel heeft gepland. En aangezien zelfs dammers niet op twee plaatsen tegelijk kunnen zijn, betekent dat in kwalitatief opzicht een aderlating voor beide evenementen. Aan de andere kant: de FMJD moet zo’n challenge mondial, zoals dat vroeger zo mooi heette, toch èrgens op de kalender zetten. De maand juni zou een optie zijn, dan is er in Nederland op damgebied weinig tot niets te doen. Maar juist in die periode wemelt het in de voormalige Oostbloklanden van de invitatie- en open toernooien. En vanaf september beginnen weer de Bondscompetitie en de persoonlijke kampioenschappen. . .

Het beste zou zijn wanneer de Werelddambond, met in haar kielzog de Europese bond, als eerste de grote toernooien op de kaart zou zetten. De verschillende nationale bonden kunnen hiermee rekening houden met het organiseren van hun eigen wedstrijden en het is dan aan de provinciale bonden en de organisatoren van particuliere toernooien om de opengebleven gaten op te vullen.

Maar Den Haag, met 108 deelnemers aan het toernooi, en Nijmegen, met 138 inschrijvingen, mogen niet klagen over het deelnemersveld. Natuurlijk zijn er spelers die het jammer vinden dat ze niet de kans krijgen of hebben gekregen tegen grootheden als Baljakin, Schwarzmann en Valneris uit te komen. Maar er zijn er ook bij die het al lang best vinden dat ze niet tegen ‘al die vervelende sterke spelers’ hoeven te dammen.

Den Haag ging op de eerste dag al spetterend van start: regerend (negenvoudig) wereldkampioen Alexej Tsjizjow tegen voormalig (zevenvoudig) wereldkampioen Iser Koeperman. Nadat de openingszet werd gedaan door de Haagse wethouder Stolte ontspon zich het volgende gevecht.

Zwart: I. Koeperman - Wit: A. Tsjizjow

 

1. 33-29, 19-23; 2. 39-33, 14-19; 3. 44-39, 10-14; 4. 50-44, 5-10; 5. 31-26, 20-25; 6. 37-31, 14-20; 7. 41-37, 10-14; 8. 46-41, 4-10; 9. 32-28, 23x32; 10. 37x28, 19-23; 11. 28x19, 13x24; De 78-jarige nestor speelt het scherp en niet ten onrechte. De hekstelling in deze variant staat bekend als prima speelbaar voor zwart. 12. 41-37, 8-13; Tegenwoordig vraagt men zich af of ook (9-13) niet gewoon goed speelbaar is en deze zet ziet men dan ook steeds vaker. Koeperman houdt het bij het oude vertrouwde (8-13).13. 37-32, 2-8; 14. 42-37, 14-19; 15. 47-41, 10-14; 16. 32-27, 17-21; 17. 26x17, 12x32; 18. 37x28, 16-21; 19. 41-37, 21-26; 20. 37-32, 26x37; 21. 32x41, 11-16; 22. 41-37, 16-21; 23. 38-32, 21-26; 24. 43-38, 6-11; 25. 49-43, 11-16; 26. 48-42, 7-11; 27. 32-27, 11-17; 28. 27-22, 18x27; 29. 28-23, 19x28; 30. 33x31, 24x33; 31. 39x28, 14-19; 32. 31-27, 19-24; 33. 37-32, 17-21; 34. 42-37, 24-29; 35. 34x23, 25-30; 36. 35x24, 20x18;

De zwartspeler zal tevreden zijn geweest met de gang van zaken: weliswaar staat wit iets meer op het centrum, maar hij heeft een achtergebleven schijf op 36. Zwart heeft bovendien de controles nog. Er zijn in dit soort standen varianten te bedenken waarin het zelfs helemaal mis gaat voor wit. In de partij vlecht Tsjizjow evenwel met geraffineerd spel allerlei vervelende ‘dingesen’ in de stand waar Koeperman in tijdnood geen raad mee weet.

37. 38-33 (Er dreigde 26-31 en 18-22), 18-23; 38. 28x19, 13x24; 39. 40-34, 1-7; 40. 43-39, 9-13; 41. 45-40, 7-12; 42. 33-29, 24x33; 43. 39x28, 13-19; 44. 44-39, 8-13; 45. 39-33, 3-9; 46. 40-35, 12-18; 47. 35-30, 15-20; 48. 30-25, Zie diagram. 

 

De eerste ‘dinges’ en een tegenslag voor Koeperman. Hij zal gepland hebben (18-22) 25x3 (22x42) met remise, maar wit slaat 25x23! (22x42) 32-27! (21x32) 28x48 met winst.

48 . . ., 20-24; 49. 28-22, . . . Niet te gretig 34-29 vanwege (24-30) 25x34 (18-23) 29x18 (13x42). Voor zwart zitten er nu teveel dingesen in: op (24-30) wint simpel 22-17 etc., op (19-23) wint het offertje 25-20 (24x15) 33-28. Het beste is nog (18-23). Na 25-20 (24x15) 33-29 (15-20) 29x18 (9-14) 18x9 (14x3) 22-18 (20-25) 18-12 (19-24) 12-7 (24-30) is witte winst nog lastig, als het standje überhaupt gewonnen is. In de partij mist Koeperman ieder zinnig verweer.

49 . . ., 9-14; 50. 34-29, 24-30; 51. 25x34, 14-20; 52. 33-28, . . . Zwart gaf het op. Na (19-24) wint 28-23 en op (20-25) is het snel voorbij na 37-31 (36x37) 32x41 (21x23) 41-37 (18x27) 29x9.

Terug naar damrubrieken