Oudere jongere wint veteranen-EK

 

Eric van Dusseldorp 

 

 

Jeugd, jeugd, jeugd. Soms lijkt het alleen nog maar daarom te gaan in de damwereld. Onderverdeeld in jongens- en meisjesgroepen en in allerlei leeftijdscategorieën worden er op nationaal, Europees en wereldniveau verschillende wedstrijden georganiseerd. En diverse trainingen natuurlijk, in allerlei soorten en maten, want je moet zo jong mogelijk beginnen.

 

Langzaam maar zeker begint men evenwel de ‘vergeten’ groep ouderen te ontdekken. Dammers op leeftijd beschikken in de regel over nogal wat vrije tijd en zitten er financieel warmpjes genoeg bij om zichzelf eens te verwennen met een volledig verzorgd damtoernooi met hotel en alles erop en eraan.

 

Gelukkig worden er hoe langer hoe meer damevenementen voor ze georganiseerd. Het Plusminus 55-toernooi te Lent was nog maar net afgelopen of het Europees kampioenschap voor veteranen in het Zeeuwse Zoutelande stond alweer voor de deur. En eindelijk werd er weer eens een internationaal toernooi door een Nederlander gewonnen: de vijftigjarige Peter van der Stap uit Maassluis, eigenlijk eerder een ‘oudere jongere’ dan een echte veteraan, schreef het toernooi nipt -op weerstandspunten- op zijn naam en liet daarmee favoriet L. Zalitis uit Letland in het 34-koppige veld achter zich.

 

Een partij uit de eerste ronde

 

Zwart: Y. Lebedev (Rusland) – Wit: P. v.d. Stap (Nederland)

 

1. 34-29, 17-21; 2. 40-34, 21-26; 3. 45-40, 16-21; 4. 32-28, 11-16; 5. 50-45, 18-23; 6. 29x18, 12x32; 7. 37x28, 26x37; 8. 41x32, 19-23; 9. 28x19, 14x23; 10. 35-30, 21-26; 11. 46-41, 7-12; 12. 42-37, 1-7; 13. 30-25, 12-18; 14. 25x14, 10x19; 15. 47-42, 8-12; 16. 34-29, 23x34; 17. 40x29, 19-23; 18. 44-40, 23x34; 19. 40x29, 3-8; 20. 45-40, 18-23; 21. 29x18, 12x23; 22. 32-28, 23x32; 23. 37x28, 7-12; 24. 41-37, 12-18; 25. 36-31, 16-21; 26. 37-32, 26x37; 27. 42x31, 6-11; 28. 39-34, 11-16; 29. 31-26, 18-22; 30. 26x17, 22x11; 31. 32-27, 8-12; 32. 38-32, 5-10; 33. 48-42, 10-14; 34, 42-37, 13-18; 35. 43-38, 11-17; 36. 34-29, 14-20; 37. 49-44, 2-7; 38. 40-34, 9-13; 39. 34-30, 4-9;

 

Zie diagram.
 

 

 

Met de volgende fraaie (maar thematische) zet trekt wit definitief groot voordeel naar zich toe.

 

40. 30-24!,. . .;

Haalt (18-22) uit de stelling). 40. . ., 17-21; 41. 44-39, 9-14; 42. 28-23, 7-11; 43. 33-28, 12-17; 44. 23x12, 17x8; 45. 38-33, 8-12; (14-19) is simpel verhinderd door 27-22, 22-18, 28x6. 46. 28-23, 11-17; Ondanks gigantisch terreinvoordeel voor wit is de zaak nog niet duidelijk. De slimme Lebedev weet dat het driehoekje 14,15,20 veel meer kans op remise biedt dan het klaverblaadje 15,20,25, dat in dit soort standen vrijwel altijd verliezend is.

47. 33-28, 21-26; 48. 39-34, 13-18; 49. 24-19, 20-24; 50. 29x9, 18x40; De tijdcontrole is voorbij. Er staat een remiseachtig eindspel op het bord. De stand na wits mokerslag op de 40e zet is interessant voor trainingen. Had wit een winnende positie kunnen afdwingen?

 

51. 9-4, 40-44; 52. 19-14, 17-21; 53. 28-23, 44-49; 54. 14-10(!) Met een klein grapje verhindert wit de directe remise (49-38) 32x43 (21x41) door 4-36! 54. . ., 49-40; 55. 23-19, 12-18; 56. 4x22, 15x4; 57. 22-39, 40-35; 58. 19-14, 35-49??; Een enorme blunder. Wit wint nu door een simpele manoeuvre die men in de problemistenwereld een watervalletje noemt. 59. 37-31, 26x28; 60. 39x26 en zwart gaf het op.

Na deze nogal bemazzelde overwinning stoomde Van der Stap door naar de eindzege.

 

Zwart: P. Schunselaar – Wit: M. Marijs

 

Zie diagram.

 

 

 

Ne 31. 28-23?, 18x29; 32. 34x23 volgde onverwachts 13-19; 33. 23x14, 22-28; 34. 33x11, 12-17; 35. 11x31, 26x46 en zwart won.

 

De oplossing van de vorige opgave (auteur Herman van Meggelen, zwart: 8, 10, 11, 12, 13, 16, 18, 19, 24, 30, 40 / wit: 22, 26, 27, 28, 33, 35, 38, 42, 43, 44, 47) luidt: 23, 33, 28, 6, 41, 1 (19) 21, 2 (32) 24 (37) 47.

 

De nieuwe opgave, zie diagram, is van wijlen A.J. Beemer uit Hilversum. Voor geoefende dammers is het een bladprobleem. Wit begint en wint.

 

 

 

 

 Terug naar damrubrieken