Spelers beter dan computer

Eric van Dusseldorp

In de Bondscompetitie zijn de ogen sinds jaar en dag gericht op de hoogste klasse, maar dat het spelniveau enkele echelons lager nog heel behoorlijk kan zijn, bewijst het volgende partijfragment. Het komt uit de wedstrijd Source NDG (Nieuwegein) – SNA (Heerhugowaard) uit de eerste klasse B en was beslissend voor de uitslag. Met wat geluk waren de Nieuwegeiners tegen het sterkere SNA tot een 12-12 stand gekomen en alle ogen waren nu gericht op de laatste aan de gang zijnde partij.

Zwart: P. de Heus (NDG) – Wit: T. de Haas (SNA)

 

Wit is aan zet en lijkt ‘huizenhoog’ verloren te staan. Dat het allemaal nog niet zo eenvoudig is, bewijst de computer. Laat het programma Dam 2.2 van Harm Jetten, met twee minuten per kleur per zet, tegen zichzelf spelen en er ontstaat het volgende, niet onlogische, verloop met remise als resultaat.

51. 25-20!, 24x15; 52. 33-29, 12-18; 53. 37-32, 14-20; 54. 38-33, 19-24; 55. 33-28, 22x33; 56. 29x38, 18-22; 57. 34-30, 24-29?; 58. 30-25, 20-24; 59. 25-20, 24-30; 60. 35x33, 15x24;

Dit terugoffer lijkt leuk te gaan winnen, maar na wits volgende tegenactie lopen de schijven elkaar in de weg. 61. 32-27, 22x31; 62. 38-32, 31-37; 63. 32x41, 24-30; 64. 41-37, 30-35; 65. 37-32, 35-40; 66. 33-28, 23-29; 67. 28-22, 40-44; 68. 22-17, 44-49; 69. 32-28 en hier ging de stekker eruit.

In de partij trok ex-dammedewerker Ton de Haas drie kwartier uit voor zijn 51e zet waarna beide combattanten -vermoedelijk- steeds de sterkste zetten speelden.

51. 25-20!, 24x15 (14x25 met daarna een hangende schijf op 19 is geen aanrader); 52. 33-29, 12-18; 53. 37-32, 14-20; 54. 38-33, 19-24; 55. 33-28, 22x33; 56. 29x38, 18-22; 57. 34-30 (wat anders?), 22-28! (Hier wijkt Paul de Heus dus af van de aanbeveling van de computer); 58. 30x19, 28x37; 59. 19x28, . . .

Op het eerste gezicht zou dit standje simpel moeten winnen. Haal bijvoorbeeld de witte schijf op 35 en de twee (!) zwartjes op 15 en 20 weg en zwart wint na (37-41) eenvoudig. Maar juist die binding aan de rechterkant maakt het lastig. Bijvoorbeeld (37-41) 28-22 (41-47) 38-32 (47-41) 32-27 (41-36) 35-30 en hoe nu verder!

De Heus vindt een stijlvolle oplossing.

59. . ., 20-25!; Een onverwachte zet. Toch dachten alle toeschouwers dat het remise zou gaan lopen. 60. 28-22, 37-41; 61. 22-17, 41-47; 62. 38-32, 47-41; Waarom schijf 32 moet worden opgedreven wordt aanstonds duidelijk. 63. 32-27, 41-36; 64. 27-21, 36-18; 65. 17-11, 18-1; 66. 11-6, 15-20; 67. 21-17, 20-24; Nu volgt op 17-11 (25-30) met winst, maar dat na het volgende dubbeloffer de stand simpel gewonnen is, had een aantal zetten terug niemand voorzien. 68. 35-30, 25x34; 69. 17-12, 1x18; en wit gaf het op. Zijn aspirant-dam wordt uitgevangen.

Een scherp slot dus vanuit de diagramstand, al zullen scherpslijpers beweren dat op de 59e zet eigenlijk alles wint: (20-24) maar ook (37-41) gevolgd door (20-25) of (20-24). Toch zal zwart steeds gebruik moeten maken van hetzelfde opsluitmotief.

Een grappige combinatie uit de wedstrijd Witte van Moort – Apeldoorn.

Zwart: A. Presman – Wit: L. Fijn van Draat

 

Er volgde 46 . . ., 4-10; 47. 15x4, 20-25; 48. 4x18 (4x22 is nog erger), 25x43; 49. 24x13, 31-36; 50. 18x31, 26x48 en 0-3.

De oplossing van de vorige opgave (auteur: A. Uvarov, zwart: 9, 10, 12, 13, 16, 19, 23, 24, 29, 35, 40 / wit: 21, 28, 30, 31, 32, 37, 39, 42, 43, 48, 49) luidt: 44, 34, 3, 18, 29, 38, 46.

De nieuwe opgave is een (eenvoudige) eerste publicatie van de andere Oekraïner: Iwan Iwatsko. Wit begint en wint.

 

Terug naar damrubrieken